8.6
Automatische bedrijfsmodus starten
De automatische bedrijfsmodus wordt als laatste stap van de eerste
ingebruikname uitgevoerd. Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn om
de automatische bedrijfsmodus te kunnen activeren.
•
Het apparaat is gevuld met druklucht en water.
•
Alle noodzakelijke instellingen zijn ingevoerd via de besturing.
Start de automatische bedrijfsmodus via het bedieningspaneel van de besturing.
1.
Druk op de knop "AUTO".
–
De compressor "CO1" wordt ingeschakeld.
Opmerking!
De eerste inbedrijfstelling is op dit punt voltooid.
9
Werking
9.1
Bedrijfsmodi
9.1.1
Automatische bedrijfsmodus
Gebruik:
Na een succesvolle eerste ingebruikname
Start:
Druk op de knop "AUTO".
Functies:
•
De automatische modus is geschikt voor de continue werking van het
apparaat en de besturing bewaakt de volgende functies:
–
Druk houden
–
Expansievolume compenseren
–
Automatisch bijvullen.
•
De compressor "CO" en het magneetventiel "PV1" worden geregeld door
de besturing zodat de druk bij een regeling van ± 0,1 bar constant blijft.
•
Storingen worden op het display weergegeven en beoordeeld.
9.1.2
Handbediening
Gebruik:
Voor tests en onderhoudswerkzaamheden.
Start:
1.
Druk op de knop "Handbediening".
2.
Selecteer de gewenste functie.
Functies:
De volgende functies kunt selecteren in de handmatige modus om een test uit te
voeren:
•
Compressor "CO1".
•
Magneetventiel in de overstroomleiding "PV1".
•
Magneetventiel "WV1" voor het bijvullen.
U hebt de mogelijkheid om meerdere functies tegelijkertijd te schakelen en
parallel te testen. Het in- en uitschakelen van de functie geschiedt door de
betreffende knop aan te raken:
•
De knop heeft een groene achtergrond. De functie is uitgeschakeld.
Druk op de gewenste knop:
•
De knop heeft een blauwe achtergrond. De functie is ingeschakeld.
De verandering van het vulniveau en de druk in het vat worden op het display
weergegeven.
9.1.3
Gebruik:
Voor de inbedrijfstelling van het apparaat.
Start:
Druk op de knop "Stop".
Functies:
In de stopmodus is het apparaat buiten werking gesteld (behalve de
weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats.
De volgende functies zijn niet in werking:
•
•
•
10
10.1
1
2
3
4
5
6
7
Reflexomat Touch — 03.09.2020 - Rev. A
Opmerking!
Als niet voldaan is aan de veiligheidsrelevante parameters, kan de
handbediening niet worden geactiveerd. De schakeling is vervolgens
geblokkeerd.
Stopmodus
De compressor "CO" is uitgeschakeld.
Het magneetventiel in de overstroomleiding "PV" is gesloten.
Het magneetventiel in de bijvulleiding "WV" is gesloten.
Opmerking!
Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een
melding gegenereerd.
Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij storingscontact?" op
"Ja" gezet is, wordt de melding via het verzamelstoringscontact
uitgegeven.
Besturingseenheid
Bediening van het bedieningspaneel
Meldingsregel
8
9
Knoppen "▼" / "▲"
•
Cijfers instellen.
10
Knoppen "" / ""
•
Cijfers selecteren.
Knop "OK"
11
•
Invoer
bevestigen/kwiteren.
•
Navigeren door het
menu.
Schuifbalk "omhoog" /
12
"omlaag"
•
Bladeren door het
menu.
Knop "Terug bladeren"
•
Annuleren.
•
Terugkeren naar het
hoofdmenu.
Knop "Helpteksten
13
weergeven"
•
Weergave van
helpteksten.
Werking
Weergegeven waarde
Knop "Handbediening"
•
Voor functionele tests.
Knop "Stopmodus"
•
Voor de inbedrijfstelling.
Knop "Automatische
bedrijfsmodus"
•
Voor continu gebruik.
Knop "Setup menu"
•
Voor het instellen van
parameters.
•
Foutgeheugen.
•
Parametergeheugen.
•
Weergave-instellingen.
•
Info over het basisvat.
•
Info softwareversie.
Knop "Info menu"
•
Weergave van algemene
informatie.
Nederlands — 17