Montage
Klem-
Signaal
nummer
1
PE
2
N
3
L
10
Y3
11
N
12
PE
15
M1
16
N
17
PE
18
M2
19
N
20
PE
21
FB1
22a
FB2a
22b
FB2b
27
M1
31
M2
45
E2
51
GND
52
+24 V (voeding)
53
0 – 10 V (regelbare
variabele)
54
0 – 10 V (feedback-
signaal)
55
GND
56
+24 V (voeding)
57
0 – 10 V (regelbare
variabele)
58
0 – 10 V (feedback-
signaal)
7.5.2
Schakelschema – bedieningsgedeelte
1
RS-485 interfaces
2
IO-interface
3
IO-interface (reserve)
4
Micro SD-kaart
5
Voeding 10 V
6
Analoge uitgangen voor druk en niveau
14 — Nederlands
Functie
Bekabeling
Niet
Voedingsspanning
toegewezen
Te voorzien
Magneetventiel PV 2
door de
fabriek
Compressor 1 bij 230 V
Te voorzien
installaties,
door de
bij 400 V installaties via
fabriek
motorcontactgever 6K1
Compressor 2 bij 230 V
Te voorzien
installaties,
door de
bij 400 V installaties via
fabriek
motorcontactgever 6K5
Te voorzien
Spanningsbewaking
door de
compressor 1
fabriek
Te voorzien
Spanningsbewaking
door de
compressor 2
fabriek
Externe aanvraag voor
---
bijvullen i.v.m. 22a
Te voorzien
Platte connector voor
door de
voeding compressor 1
fabriek
Te voorzien
Platte connector voor
door de
voeding compressor 2
fabriek
Te voorzien
E2: Watertekortschakelaar
door de
fabriek
Magneetventiel 2
---
Magneetventiel 1
---
Reflexomat Touch — 03.09.2020 - Rev. A
7
Batterijvak
8
Spanningsvoeding Bus Module
9
DIP-schakelaar 2
10
DIP-schakelaar 1
Klem-
Signaal
nummer
1
A
2
B
3
GND S1
4
A
5
B
6
GND S2
7
+5 V
8
R × D
9
T × D
10
GND IO1
11
+5 V
12
R × D
13
T × D
14
GND IO2
15
10 V~
16
17
FE
18
Y2PE
(beschermingsgeleider)
19
Druk
20
GNDA
21
Niveau
22
GNDA
7.5.3
Interface RS-485
Via de RS-485 interfaces S1 en S2 kan de gehele informatie worden opgevraagd
van de besturingseenheid en vervolgens worden gebruikt voor de communicatie
met controlecentra of andere apparaten.
•
S1 interface
–
Met behulp van deze interface is het mogelijk om max. 10 apparaten
te bedienen in een master/slave parallelschakeling.
•
S2 interface
–
Druk "PIS" en niveau "LIS".
–
Bedrijfsmodi van de compressor "CO".
–
Bedrijfsmodi van het magneetventiel "PV" in de overstroomleiding.
–
Bedrijfsmodi van het magneetventiel "WV" van de bijvulling.
–
Gecumuleerde hoeveelheid van de contactwatermeter FQIRA +.
–
Alle meldingen, zie hoofdstuk 10.3.3 "Meldingen" op pagina 19.
–
Alle items in het foutgeheugen.
Voor de communicatie van interfaces zijn busmodules als optionele accessoires
beschikbaar.
Opmerking!
Indien gewenst kunt u contact opnemen met de Reflex klantenservice
om het protocol voor de interface RS-485, details over de aansluitingen
en informatie over de accessoires te verkrijgen.
7.5.3.1
Aansluiting van de interface RS-485
•
Maak gebruik van een afgeschermde kabel om de interface aan te sluiten
op de klemmen 1 – 6 van de printplaat in de schakelkast.
–
Voor het aansluiten van de interface, zie hoofdstuk 7.5 "Elektrische
aansluiting" op pagina 13.
•
Als u het apparaat in combinatie met een controlecentrum gebruikt dat
niet geschikt is voor een interface van het type RS-485 (maar bijv. voor RS-
232), moet een geschikte adapter worden gebruikt.
Opmerking!
•
Gebruik voor het aansluiten van de interface de volgende kabel.
–
Liycy (TP), 4 × 2 × 0,8, maximale totale buslengte 1000 m.
Functie
Bekabeling
Te voorzien
Interface RS-485
door de
S1 netwerkverbinding
klant
Interface RS-485
Te voorzien
door de
S2 module: Uitbreidings- of
klant
communicatiemodule
Te voorzien
IO-interface: Interface naar
door de
de printplaat
fabriek
IO-interface: Interface naar
de printplaat
---
(Reserve)
Te voorzien
Voeding 10 V
door de
fabriek
Analoge uitgangen: Druk
Te voorzien
en niveau
door de
klant
Standaard 4 – 20 mA