7 | Inbedrijfname
1
7
Afb. 23 Regelprincipe ruimteregeling
[1]
cv-toestel
[2]
kamerthermostaat
[3]
handbediende radiatorkraan
[4]
thermostatische radiatorkraan
[5]
overige ruimtes
[6]
woonruimte
[7]
opstellingsruimte
1
9
7
8
6
Afb. 24 Regelprincipe weersafhankelijke regeling
[1]
cv-toestel
[2]
weersafhankelijke regeling
[3]
thermostatische radiatorkraan
[4]
overige ruimtes
[5]
woonruimte
[6]
opstellingsruimte
[7]
drukverschilregelaar
[8]
buiten
[9]
buitentemperatuursensor
6.2
Aansluiten kamerthermostaat
Dit cv-toestel is voorzien van het OpenTherm-protocol. Bij gebruik van
een weersafhankelijke OpenTherm-regeling moet een Nefit buitentem-
peratuursensor (accessoire) op het cv-toestel worden aangesloten.
De volgende regelaars kunnen worden aangesloten:
• modulerende OpenTherm kamerthermostaten;
• ModuLine 1010, 2050 (OpenTherm);
• via de Nefit EasyControl Adapter (accessoire):
– ModuLine Easy, EasyControl
• aan-uitkamerthermostaten (potentiaalvrij).
▶ Sluit de componenten aan op de betreffende stekker van de aansluit-
strook.
▶ Voer de kabels door de kabelgeleiding [5].
20
2
3
4
6
5
10014118-001
2
3
3
5
4
10014119-001
1
Afb. 25 Aansluiten componenten
[1]
OpenTherm, aan-uitregelaar of Nefit Easy Connect
[2]
Nefit buitentemperatuursensor
[3]
Nefit Solarsensor
[4]
diagnosetool
[5]
kabelgeleiding
7
Inbedrijfname
WAARSCHUWING:
gaslekkage.
▶ Controleer na werkzaamheden alle gasvoerende delen op dichtheid.
▶ Vul de drinkwaterinstallatie door een warmwaterkraan open te draai-
en.
▶ Steek de netstekker in de contactdoos met randaarde. Hierdoor
treedt het ontluchtingsprogramma in werking. Door het meermaals
in- en uitschakelen van de pomp en omschakelen van de 3-wegklep,
wordt lucht uit het cv-toestel gewerkt. Het ontluchtingsprogramma
duurt ongeveer 5 minuut.
▶ Vul de cv-installatie tot een druk van 2 bar.
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Ontlucht de gasleiding.
7.1
Controleren (rook)gasdichtheid
▶ Controleer alle gasvoerende delen op dichtheid.
▶ Controleer het rookgasafvoersysteem op dichtheid en correcte mon-
tage/beugeling.
7.2
Plakken stickers toestelclassificatie
Indien het cv-toestel is aangesloten op een C
moet door middel van een aantal stickers het cv-toestel en het CLV-
systeem worden gekenmerkt. De stickers uit de leveringsomvang zijn
genummerd.
▶ Plak de stickers "1" en "2" op het voorpaneel en vink de juiste toestel-
classificatie (C
of C
) aan.
(10)
(11)
Extra bij C
(10)
Bij een C
CLV-systeem dient een typeplaat te zijn aangebracht bij de
(10)
schachtdoorvoer. Deze typeplaat wordt door de CLV-fabrikant aangele-
verd.
▶ Neem contact op met de CLV-fabrikant indien deze informatie ont-
breekt.
2
3
4
5
10015247-001
of C
CLV-systeem,
(10)
(11)
ProLine Eco • 6720885207 (2019/04)