OS 3030
Standaard-
uitgangsfuncties
Standaard zijn de uitgangen "drukpomp", "ingangsafsluiter" en "concentraatafsluiter" aanwezig.
Op welk moment welke uitgangen geactiveerd zijn, wordt bepaald bij de programmering van de ver-
schillende fasen bij de programmeerstappen 9 tot en met 17.
Drukpomp
Draaistroomschakelaar
De drukpomp wordt aangesloten op de aan-
sluiting "PU". De aansluitspanning komt over-
een met de netspanning van de besturing. De
max. stroombelasting van de besturing inclu-
sief de aangesloten magneetafsluiters mag de
waarde van 6,3 A niet overschrijden.
Bij grotere installaties zijn pompen met draai-
stroommotoren vereist. De activering gebeurt
via een draaistroomschakelaar, die wordt aan-
gesloten op aansluiting "PU".
Deze schakelaar moet buiten de besturing
worden geïnstalleerd. Deze schakelkast kan
indien gewenst nog draaistroomschakelaars
voor andere drukpompen, thermische over-
stroomschakelaars,
tijdrelais,
schakelingen, meld- en signaallampjes, een
draaistroomhoofdschakelaar enz. bevatten.
Meldingen
Ingangsafsluiter
De ingangsafsluiter wordt aangesloten op aan-
sluiting "IV". De aansluitspanning komt over-
een met de netspanning van de besturing.
Concentraat – spoelafsluiter
De concentraat-spoelafsluiter wordt aangeslo-
ten op aansluiting "CV". De aansluitspanning
komt overeen met de netspanning van de be-
sturing.
sterdriehoek-
14