OS 3030
18. Codegetal invoeren
Als ter beveiliging tegen onbevoegd inschakelen van de onderhoudsfunctie resp.
onbevoegd veranderen van de programmering al een codegetal is gedefinieerd,
moet u dit getal invoeren voordat u stap 18.1 kunt selecteren.
S t a p
C o d e g e t a l
Om te voorkomen dat onbevoegden de fase "ONDERHOUD" inschakelen of
waarden in de programmering veranderen, kunt u een persoonlijk codegetal defi-
niëren. Voert u "codegetal = nee" in, dan wordt het actuele codegetal gewist.
LET OP! Noteer een nieuw ingevoerd codegetal altijd in uw bescheiden. Na-
dat een nieuw codegetal is ingevoerd, kan deze programmastap niet meer
S t a p
C o d e g e t a l
S t a p
C o d e g e t a l
1 = alleen actief voor de onderhoudsfuncties
2 = alleen actief voor het oproepen van de programmering
3 = actief voor het oproepen van de onderhoudsfuncties en voor de program-
mering
Voer een persoonlijk codegetal in tussen 1 en 9'999.
S t a p
C o d e g e t a l
A t t e n t i
e
C o d e g e t a l
ringen inderdaad wilt uitvoeren.
LET OP! Hebt u het codegetal genoteerd?
Veranderen en opvragen van de basiswaarden
18. Codegetal invoeren
N r :
1 8 .
0
* * * *
N r :
1 8 .
1
J /
N
N r :
1 8 .
2
m o d e
1
N r :
1 8 .
3
* * * *
w ij z i
g .
J /
N
Als u het codegetal niet kent,
kunt u in het programma door-
gaan of de programmering af-
breken.
worden opgeroepen en ver-
anderd als u het codegetal
niet kent.
De volgende functie kan aan het
codegetal worden toegewezen:
Als u bij programmastap 18.3
veranderingen hebt uitgevoerd,
moet u nog eenmaal bevestigen
dat u de ingevoerde verande-
37
17.1
N
Codegetal
?
J
18.1
18.0
Codegetal
N
Codegetal
ok ?
J
18.1
1.1
Ja
Nee
18.2
Code mode
18.3
Code getal
1.1