OS 3030
Centrale besturingstechniek
Voor het controleren van de osmose-installatie door middel van een supervisieconsole@ staan poten-
tiaalvrije relaiscontacten ter beschikking. Extra potentiaalvrije contacten kunnen worden gecreëerd
door externe relais.
Bij installatie van de insteekprint IF kunnen aan de relaisuitgangen OUT1 en OUT2 bij programmering
als alarmuitgang de volgende signalen worden toegewezen:
1 geleidendheid 1 MIN
2 geleidendheid 1 MAX
3 osmose-installatie stop
4 voorraadtank leeg
5 voorraadtank vol
6 overdruk
7 watertekort
8 concentraatafvoer
9 motorveiligheidsschakelaar
10 stroomuitval
11 onderhoud vereist
12 fase "PRODUCTIE"
13 fase "STAND-BY"
Aan elk relais kunnen meerdere signalen worden toegewezen.
LET OP! Als de potentiaalvrije relaiscontacten tegelijkertijd nodig zijn voor het activeren van bijv. af-
sluiters, lampen of hoorns, dan moeten extra relais worden gebruikt om potentiaalvrije contacten te
verkrijgen.
De volgende potentiaalvrije contacten kunnen worden verkregen met behulp van extra externe relais.
PU = pomp (hogedrukpomp loopt)
IV
= ingangsafsluiter (installatie in bedrijf)
CV = concentraat-spoelafsluiter (fase "SPOELEN")
Centrale besturingstechniek
38