Inhoudsopgave
Advertenties
OS 3030
7. Parameters van de uitgangsfuncties
Voor een aantal uitgangsfuncties moeten nog parameters worden ingevoerd.
Afhankelijk van de bij de programmastappen 6.1 en 6.2 gekozen uitgangs-
functies worden de volgende programmastappen weergegeven.
Weergave vindt alleen plaats als de insteekprint IF is geïnstalleerd.
Dosering
Doseertijd
S t
a p
n r .
D o s e e r t i
plaatsvinden. Bij deze programmastap voert u een doseertijd tussen 0 en 65
000 seconden in. De doseertijd geldt voor de gekozen fase. Zij wordt voortijdig
afgebroken zodra naar een andere fase (productie, spoelen, onderhoud)
wordt overgeschakeld.
LET OP! Wordt de waarde 0 seconden ingevoerd, dan geldt de doseertijd van
begin tot einde van de gekozen fase.
Dosering AAN
S t a p
n r .
D o s e r e n
grammastap voert u de inschakeltijd per impuls in, die tussen 0 en 999 se-
conden moet bedragen. Wordt de waarde 0 seconden ingevoerd, dan vindt
een continue dosering plaats na afloop van de uitschakelduur (7.3). De do-
seertijd komt overeen met de in 7.1 ingevoerde tijdsduur.
Dosering UIT
S t a p
n r .
D o s e r e n
Voorbeeld 1:
7.1 =60 s
7.2 = 5s
7 seconden na begin van de gekozen fase vinden 5 doseerimpulsen plaats met een
lengte van 5 seconden en een pauzeduur van 7 seconden.
Voorbeeld 2:
7.1 = 120 s
7.2 = 0
7 seconden na begin van de gekozen fase vindt 1 doseerimpuls plaats met een duur
van 120 seconden.
Voorbeeld 3:
7.1 = 0 s
7.2 = 15
10 seconden na begin van de gekozen fase tot het einde daarvan: doseerimpulsen
met een duur van 15 seconden en een pauzeduur van 10 seconden.
AAN
EIN
Schakel-
stand
Au s
UIT
0
10
Veranderen en opvragen van de basiswaarden
7. Parameters van de uitgangsfuncties
:
7 .
1
j
d
1 2 0 s
:
7 .
2
I
N
5 s
:
7 .
3
U I
T
2 0 s
7.3 = 7 s
7.3 = 7 s
7.3 = 10 s
25
35
50
Doseertijd = einde van de fase
Dosierzeit = Ende der Phase
Dosering voorbeeld 3
Dosierung Beispiel 3
Bij de programmering van
de verschillende fasen be-
paalt u of in de betreffende
fase een dosering moet
Voor de in 7.1 ingevoerde
tijdsduur bestaat de moge-
lijkheid van de pulserende
dosering.
Bij
deze
Bij
deze
programmastap
voert u de uitschakeltijd per
impuls in, die tussen 0 en
999 seconden moet bedra-
gen.
60
S ekunde n
Seconden
6.3
6.*
Dosering ?
J
7.1
Seconden
pro-
7.2
Seconden
7.3
Seconden
7.4
26
N
7.4
7.6
7.9
8.1
Advertenties
Inhoudsopgave
