NAAISTEKEN NAAIEN
c
Trek de onder- en bovendraad
50 mm (ca. 1-15/16 inch) uit (zie pagina
55).
a Bovendraad
b Onderdraad
c Ongeveer 50 mm (ca. 1-15/16 inch)
d
Naai twee rijen rechte steken parallel aan
de naadlijn. Knip vervolgens de overtollige
draad af. Laat ongeveer 50 mm draad (ca.
1-15/16 inch) over.
a Naadlijn
b 10 tot 15 mm (ca. 3/8 inch tot 9/16 inch)
c Circa 50 mm (ca. 1-15/16 inch)
e
Trek de onderdraden uit tot u de gewenste
plooi hebt en knoop de draden vast.
f
Strijk de plooien.
g
Naai op de naadlijn en verwijder de
rijgsteek.
100
Engelse naad
Om naden te verstevigen en randen netjes af te
werken.
a
Selecteer
en bevestig persvoet "J".
b
Naai de afwerkingslijn. Knip de helft van de
marge vanaf de kant waar de Engelse naad
moet komen.
*
Wanneer automatisch draadknippen en
automatische verstevigingssteken vooraf zijn
ingesteld, worden aan het begin van het naaiwerk
automatisch verstevigingssteken genaaid. Druk op
de "Achteruit/verstevigingssteektoets" om een
verstevigingssteek te naaien en de draad
automatisch af te knippen aan het eind van het
naaiwerk.
a Ongeveer 12 mm (ca. 1/2 cm)
b Achterkant
c
Spreid de stof uit langs de afwerkingslijn.
a Afwerkingslijn
b Achterkant
d
Leg beide marges aan de kant van de
smallere naad (geknipte naad) en strijk ze.
a Achterkant