h
Druk op
ontgrendelen.
i
Zet de persvoet omlaag.
j
Houd de bovendraad en onderdraad vast en
naai een gedeelte van het patroon.
k
Stop de machine en knoop vervolgens de
bovendraad en onderdraad aan elkaar om
de draden vast te zetten.
l
Ga verder met naaien om het patroon te
voltooien.
m
Zet de naald en persvoethendel omhoog,
verwijder het borduurraam en knip
vervolgens de bovendraad en de
onderdraad af.
Zorg er bij het afknippen voor dat u voldoende
draadlengte overhoudt zodat u de draden goed
kunt vastmaken.
om alle toetsen te
BORDUREN MET DE SPOEL
n
Trek met een handnaald, zoals een
borduurnaald, de onderdraad naar de
bovenkant (achterkant) van de stof en
knoop vervolgens de bovendraad en
onderdraad aan elkaar.
Memo
• Als er een ruimte is tussen het beginpunt en
eindpunt van het patroon, knipt u de draden
af en verwijdert u de stof van de machine.
Naai vervolgens met een lintborduurnaald
steken met de hand om het begin- en
eindpunt met elkaar te verbinden.
o
Verwijder de stof uit het borduurraam en
controleer het voltooide borduurwerk.
a Voorkant van de stof
p
Als u niet de gewenste resultaten behaalt,
kunt u de spanning van de onderdraad en
van de bovendraad aanpassen en het
patroon vervolgens opnieuw naaien.
Zie "DRAADSPANNING AANPASSEN" op
pagina 322 voor meer informatie.
Memo
• Controleer de spoel na elk borduurpatroon
dat u hiermee hebt genaaid om te kijken of
er voldoende onderdraad is voor het
volgende patroon.
b Achterkant van de stof
7
321