PATRONEN BEWERKEN
Patroon verplaatsen
Voor meer bijzonderheden over het verplaatsen
van het patroon, zie "Patroon verplaatsen" op
pagina 240.
Patroon roteren
Voor meer bijzonderheden over het draaien van
het patroon, zie "Patroon roteren" op pagina 242.
Grootte van patroon wijzigen
Voor meer bijzonderheden over het vergroten/
verkleinen van het patroon, zie "Grootte van
patroon wijzigen" op pagina 241.
Patroongrootte wijzigen en
gewenste draaddichtheid
behouden (herberekening van
steken)
In het borduurcombinatiescherm kunt u de grootte
van het patroon wijzigen terwijl de gewenste
draaddichtheid behouden blijft.
Met deze functie wordt het patroon met een
grotere verhouding vergroot of verkleind dan bij
normaal vergroten/verkleinen van patronen.
Opmerking
• Naai altijd een proeflapje met dezelfde
draad en stof als u voor het echte werk
gebruikt. Zo kunt u de naairesultaten
controleren.
a
Druk op
270
.
b
Selecteer het patroon waarvan u de grootte
wilt wijzigen en druk vervolgens op
.
Opmerking
• U kunt deze functie niet gebruiken met
letterpatronen, kaderpatronen of randpatronen.
U kunt een randpatroon echter wel bewerken
nadat u deze functie hebt gebruikt.
• Voor patronen met een groot aantal steken
(100.001 of meer) kunt u niet de grootte
wijzigen terwijl de gewenste draaddichtheid
behouden blijft. De maximumlimiet voor het
aantal steken is afhankelijk van de
gegevensgrootte van het patroon.
• Als u deze functie gebruikt, blijft de
draaddichtheid behouden terwijl het patroon
wordt vergroot/verkleind. De naaldposities
blijven echter niet volledig behouden.
Gebruik de normale modus voor vergroten/
verkleinen
resultaten van proefborduren.
c
Druk op
.
d
Druk op
om de modus voor
herberekening van steken (
Memo
• Als de toets wordt weergegeven als
, kunt u herberekening van steken
niet gebruiken.
afhankelijk van de
) te openen.