Inhoudsopgave
Advertenties
Beschermingssysteem motor
<Waarschuwingssystemen
motoroliedruk, oververhitting,
waterafscheider, inspuitsysteem,
laadsysteem>
Als de oliedruk te laag is en/of de
motor oververhit raakt, kunnen beide
waarschuwingssystemen worden
geactiveerd. Wanneer geactiveerd zal
het motortoerental geleidelijk dalen, en
gaat het groene controlelampje voor
oliedruk UIT en het rode controle
lampje oververhitting AAN.
Het motortoerental kan pas worden
opgevoerd door de smoorklep verder te
openen als de storing verholpen is.
Het motortoerental kan niet worden
verhoogd tot de storing is verholpen.
Als de storing verholpen is, neemt het
motortoerental langzaam toe.
Als de motor te heet wordt, zal het
motortoerental begrensd worden en
wordt de motor na 20 seconden
stopgezet.
121
De waarschuwingssystemen van
inspuitsysteem, laadsysteem, oliedruk,
oververhitting en watervervuiling
treden in de volgende gevallen in
werking.
Bij gebruik van een op het paneel of
bovenaan gemonteerd schakelpaneel
zonder controlelampjes, controleert u
de controlelampjes die aanwezig zijn
op een NMEA2000-compatibel
apparaat.
CONTROLELAMPJE
OLIEDRUK
(GROEN)
CONTROLELAMPJE
CONTROLE-
OVERBELASTING
LAMPJE PGM-
(ROOD)
FI (ROOD)
(interne zoemer)
(type H)
CONTROLELAMPJE
OLIEDRUK
(GROEN)
CONTROLE-
LAMPJE OVER-
BELASTING
CONTROLE-
(ROOD)
LAMPJE ACG
(ROOD)
CONTROLELAMPJE
OLIEDRUK
(GROEN)
CONTROLELAMPJE
OVERBELASTING
(ROOD)
BEDIENING
CONTROLE-
LAMPJE ACG
(ROOD)
CONTROLE-
LAMPJE PGM-
FI (ROOD)
ZOEMER
(type R1)
CONTROLE-
LAMPJE ACG
(ROOD)
CONTROLE-
LAMPJE
PGM-FI
(ROOD)
(Type R2, R3)
121
Advertenties
Inhoudsopgave
