DE MOTOR STARTEN
Brandstof aanvoeren
PIJL
UITLAATEINDE
(zijde
buitenboordmotor)
OPVOERKNOP
INLAATEINDE
(tankzijde)
Houdt de brandstof opvoerpomp
zodanig vast dat de uitgang hoger
licht dan de ingang (Met de pijl op de
brandstof opvoerpomp naar boven
gericht), en knijp zolang de
opvoerpomp hard aanvoelt wat
inhoud dat de brandstof de
buitenboordmotor heeft bereikt.
Controleer op lekkage.
78
Mors geen brandstof. Gemorste
brandstof en brandstofdampen
kunnen ontbranden. Verwijder
gemorste brandstof voordat u de
motor start.
Raak de balgpomp niet aan als de
motor draait of als de motor
gekanteld wordt. De
dampafscheider kan overstromen.
78