M
DeltaSol
®
Regelbereik: 1...20 s
Instelling af werk: 4 s
Regelbereik: 0...40 °C
Instelling af werk: 20 °C
Anlage/Heizkreise/Heizkreis/BW-Vorrang
instellen op „Ein".
Voorbeeld: als de nachtvermindering op dinsdag tussen 22:00 en 06:00 en
tussen 15:00 en 18:00 uur actief moet zijn, moet t1-ein op Di,22:00, t1-aus
op Di,06:00, t2-ein op Di,15:00 en t2-aus op Di,18:00 ingesteld worden.
Als alle tijdvzensters op 00:00 uur blijven staan, is de vermindering ‚s nachts
gedesactiveerd , de verwarmingskring is 7 dagen, 24 u in werking.
Anlage/Heizkreise/Heizkreis/Experte/Sen.-Vorlauf
bvb. op „2" instellen
Instelling af werk: Sensor 9
Anlage/Heizkreise/Heizkreis/Experte/Sen.-Außent.
op „2" instellen
Instelling af werk: Sensor 11
Anlage/Heizkreise/Heizkreis/Experte/Sen.-Außent.
op „15" instellen
Instelling af werk: Sensor 11
Anlage/Heizkreise/Heizkreis/Experte/Nachheizg
op „Ja" instellen
Anlage/Heizkreise/Heizkreis/Experte/Sen.-Speicher
bvb. op „2" instellen
Instelling af werk: Sensor 12
Mischer:
Sommer:
BW-Vorrang:
Schaltuhr:
(Wekelijkse schakeltijden)
Sen.-Vorlauf:
Sen.-Außent.:
Nachheizg.:
Sen.-Speicher:
Met behulp van de regeling van de menger wordt de ge-
meten voorlooptemperatuur vereffend in functie van de
ingestelde voorlooptemperatuur. Daartoe wordt de menger
in functie van de afwijking met een bepaald ritme open of
toegestuurd. De menger wordt gestuurd op het ingestelde
ritme. De pauze wordt berekend in functie van de afwijking
tussen de ingestelde en de gemeten waarde.
Instelkanaal voor werking gedurende de zomer. Als de
buitentemperatuur hoger wordt dan de ingestelde waarde,
wordt de verwarmingskring uitgeschakeld.
Deze functie schakelt de verwarmingskring gedurende de
bijverwarming van het sanitair water uit. Daartoe moet de
optie voorrang sanitair water geactiveerd zijn en de bijver-
warming moet gebeuren via de boilerverwarming van de
M.
DeltaSol
®
De schakeltijd bepaalt, of de dagcorrectie of de nachtvermin-
dering gebruikt wordt voor de wijziging van de ingestelde
voorlooptemperatuur. Er kunnen 21 verschillende tijdvens-
ters voor de nachtvermindering van de verwarmingskring
ingesteld worden. Is een van die tijdvensters „actief", dan
wordt de nachtvermindering gebruikt, als geen van de
tijdvensters „actief" is dan wordt de ingestelde voorloop-
temperatuur met de dagcorrectie toegepast. Een tijdvens-
ters is „actief" als het actuele uur tussen het aan- en het
uitschakelpunt ligt.
Instelkanaal voor de toewijzing van de voorloopvoeler. De
voeler moet toegewezen worden, daarvoor kan een reeds
gebruikte voeler gebruikt worden, zonder zijn functie in het
systeem te beïnvloeden.
Instelkanaal voor de toewijzing van de buitentemperatuur-
voeler. De voeler moet toegewezen worden, daarvoor kan
een reeds gebruikte voeler gebruikt worden, zonder zijn
functie in het systeem te beïnvloeden.
Nota:
Bij bijkomende toepassing van de module HKM2 is slechts
één buitentemperatuur nodig. Vermits beide verwarmings-
kringen op basis van dezelfde buitentemperatuur geregeld
worden moet de volgende instelling gebruikt worden:
Als de temperatuur van de voeler van het reservoir lager
wordt dan de ingestelde voorlooptemperatuur + 4 K wordt
de bijverwarming ingeschakeld (relais systeemafhankelijk, zie
overzicht „ Overzicht van de relaisaansluitingen"). Ze wordt
uitgeschakeld, wanneer de temperatuur van de voeler van
het reservoir hoger wordt dan + 14 K meer dan de inge-
stelde voorlooptemperatuur.
Instelkanaal voor de toewijzing van de voeler voor de tem-
peratuur van het reservoir. De voeler moet toegewezen
worden, daarvoor kan een reeds gebruikte voeler gebruikt
worden, zonder zijn functie in het systeem te beïnvloeden.
De bijbehorende voeler Tsp wordt in het menu verwar-
mingskring getoond.
27
|