DeltaSol
6. Inwerkingstelling
6.1 Inwerkingstelling van de regelaar
eltaSol M
Systeem 1: 1 collector
Systeem 2: 2 collectoren
mmenabdeckung
Systeem 3: 1 collector
schalten
Systeem 4: 2 collectoren
removing clamp-cover
Systeem 5: 1 collector
R1-R4
1 (1) A (220 ... 240) V~
Systeem 6: 2 collectoren
R5-R8
2 (1) A (220 ... 240) V~
4 (1) A (220 ... 240) V~
R9
Systeem 7: 1 collector
Bus
VBus
RS232
6.2 Instellingen voor werking met de zonnecel
6.3 Instellingen voor balancering
(zonder volume debietmeter V40)
WMZ/Optionen/WMZ1 (2) instellen op „Ja".
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Sen.-Vorlauf bvb. op „1" instellen
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Sen.-Rücklauf bvb. op „2" instellen
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Durchfluss instellen
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Relais instellen
6.4 Instellingen voor bilancering
(met volume debietmeter V40)
WMZ/Optionen/WMZ1 (2) instellen op „Ja".
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Sen.-Vorlauf bvb. op „9" instellen
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Sen.-Rücklauf bvb. op „10" instellen
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Vol.-Geber instellen op „Ja"
WMZ/WMZ1 (2)/Experte/Vol./Imp inst. volgens volumemeter
M
®
Set
(Anwahl / Bestätigung)
Rückwärts
2
3
Schutzleiter-Sammelklemmenblock benutzen
N
Nullleiter-Sammelklemmenblock benutzen
Use the PE Collective Terminal Block
N
Use the Neutral Conductor Collective Terminal Block
floating relay
electromechanic relay
N
PE
Bij een eerste inwerkingstelling bevindt de uitlezing zich
in het hoofdmenu. De instellingen van het toestel moeten
eventueel aangepast worden aan de bestaande installatie. De
bediening gebeurt door middel van 3 druktoetsen:
1. Eventuueel de taal kiezen (anlage/einstellwerte).
2. Instelling van de tijd (anlage/einstellwerte).
Vorwärts
3. Systeem kiezen (Solar/optionen/system).
4. Opties kiezen (Solar/optionen oder/und anlage/optio-
1
5. In de submenus van de hoofdmenupunten Solar en An-
6. Relais testen. Daarvoor in het menu Handbetrieb de
- 1 reservoir
7. Tenslote automatisch bedrijf voor de relais instellen in
- 1 reservoir
- 2 reservoirs
De nieuwe instellingen worden automatisch bewaard en
- 2 reservoirs
blijven ook bij uitvallen van de stroom behouden.
- 3 reservoirs
- 3 reservoirs
Opgelet:
T6,3A
- 4 reservoirs
De regelaar gaat automatisch naar het meetwaarden- of
L N
semi-conductor relay
meldingenmenu als gedurende 4 minuten geen instelling
of wijziging ingebracht wordt. Door het menupunt zurück
de kiezen en dan kort te drukken komt men terug in het
Hauptmenü. Bij het invoeren of bij veiligheidsvragen wordt na
7 seconden zonder wijziging terug naar het desbetreffende
menu gewisseld.
1. CS10-type voor de zonnecel instellen
2. CS-10 instellen
De balancering gebeurt als „schatting" met behulp van het
verschil tussen voor- en teruglooptemperatuur en het inge-
stelde debiet aan de doorstroommeter. De voelers moeten
toegewezen worden, daarvoor kunnen al gebruikte voelers
gebruikt worden, zonder dat hun functie in het systeem
beïnvloed wordt. De balancering wordt uitgevoerd, wanneer
de in RELAIS ingestelde uitgang actief is.
De balancering gebeurt met behulp van het verschil tussen
voor- en teruglooptemperatuur en het debiet gemeten door
de volume debietmeter. De voelers moeten toegewezen
worden, daarvoor kunnen al gebruikte voelers gebruikt
worden, zonder dat hun functie in het systeem beïnvloed
wordt.
nen).
lage de regelparameters controleren en eventueel aan
de vereisten van de installatie aanpassen.
overeenkomstige relais manueel schakelen.
het menu Handbetrieb.
(experte/Exp.-Sensoren).
Netz / Mains
L
N
220...240 V~
PE
(experte/Sensoren).
Voor de instelling moet de zonnecel afgesloten zijn.
29
|