UMG 96RM-E
RS485-apparaatadres (Adr. 000)
Wanneer meerdere apparaten via de RS485-interface met
elkaar zijn verbonden, kan een masterapparaat deze ap-
paraten alleen op grond van hun apparaatadres onder-
scheiden. Daarom moet binnen een netwerk elk apparaat
een ander apparaatadres hebben. Er kunnen adressen
ingesteld worden binnen het bereik van 1 tot 247.
C
Het instelbare bereik van de apparaatadressen
ligt tussen 0 en 255. De waarden 0 en 248 tot
255 zijn gereserveerd en mogen niet gebruikt
worden.
56
RS485-baudrate (Adr. 001)
Voor de RS485-interfaces is een gemeenschappelijke
baudrate instelbaar. De baudrate moeten binnen het
netwerk gelijkvormig gekozen worden. Via het adres 003
kan het aantal stopbits (0=1bit, 1=2bits) ingevoerd worden.
Databits (8) en pariteit (geen) zijn reeds vast ingesteld.
Instelling
Baudrate
0
9.6kbps
1
19.2kbps
2
38.4kbps
3
57.6kbps
4
115.2kbps (fabrieksinstelling)