Deze instructie vervangt in feite de volgende opdrachten
IF L=1
THEN 150
IF L=2 THEN 300
IF L=3 THEN 380
IF L=4 THEN 390
10 ON SGN(A) +2 GOSUB 100, 200, 300
Als A < 0 dan wordt subroutine
100 uitgevoerd,
is A = 0 dan
subroutine
200 en als A> 0 dan subroutine 300.
OUT geta/1, geta/2
Zenden (schrijven) van een byte naar een uitgangspoort
(output port) van de P2000.
geta/1 en geta/2 worden omgezet naar integers in het bereik
0...255.
geta/1 is het nummer van de uitgangspoort;
geta/2 is het getal
dat naar de poort wordt gezonden.
10 OUT 32,100
De waarde 100 wordt naar uitgangspoort
32 gezonden.
Een veel voorkomende
OUT-instructie
is OUT 48,J. Deze
verschuift het beeldscherm
zodanig, dat de J-de kolom de
eerst-zichtbare
is. OUT 48,40 toont het "rechterdeel"
van het
beeldscherm.
OUT 48,0 zet het "linkerdeel"
van het
beeldscherm voor.
In de directe stand wordt altijd het "linkerdeel"
van het scherm
getoond.
PEEK (adres)
Levert inhoud van de geheugen plaats adres.
adres moet in het bereik -32768...65535 liggen.
100 A = PEEK (&H5000):
REM A=
inhoud
hexadecimaal
adres
5000
PRINT PEEK(532): REM Inhoud geheugen plaats 532.
118