Ook operatoren, zoals +, -, *, """, / zijn in een variabele-naam
niet
toegestaan.
Aan een numerieke variabele kan als waarde een numerieke
constante worden toegekend;
aan string-variabelen
een string
waarde.
De waarde van numerieke variabelen kan van het type integer,
enkele-precisie
of dubbele-precisie
zijn.
Behalve door een type-aanduidingsteken
kan men het type varia-
bele laten bepalen door de BASIC instructies DEFINT, DEFSTR,
DEFDBL, DEFSNG (hoofdstuk 22). Wordt géén type-
aanduidingsteken
of type definitie gebruikt, dan wordt de variabele
als enkele-precisie
behandeld.
De volgende type-aanduidingstekens
zijn in gebruik;
Teken
%
Type variabele
Integer
Enkele-precisie
variabele
Dubbele-precisie
variabele
String
#
$
Enkele voorbeelden
van variabele-namen
toegestaan
niet toegestaan
PIET$
FRED# (bevat gereserveerd
woord FRE)
PI#
DEF
DELTA!
LETTER
TO%
NN$
STOP$
A
7A%
XY
#6
OEF, LET, Ta en STOP zijn
gereserveerde
woorden
>
beginnen niet met een letter
Array's
Een array of getalrij of getaltabel is een reeks variabelen die in het
programma met dezelfde variabele-naam worden aangeduid.
De afzonderlijke elementen uit de rij of tabel worden aangeduid met
een aantal volgnummers
(of indices) achter de variabele-naam.
Een array heeft drie dimensies als een element van dat array door
drie indices wordt aangegeven.
Zo duidt V(10) een element aan in een 1-dimensionale getalrij;
S( 1,4) is een element in een 2-dimensionale
rij, enz.
Het maximale aantal dimensies is 255; het maximale aantal
elementen per dimensie is 32767 (maar een array met zoveel
elementen past niet in het geheugen van de P2000).