In regel 20 wordt het toetsenbord
uitgezet zodat alle toetsen afzon-
derlijk zijn te zien. In regel 40 wordt het toetsenbord
weer
aangezet. Alle input-poorten
0-9 staan nu parallel. Dit is te
gebruiken om te zien of er een toets is ingedrukt.
Output poort &H10-&H1F.
Output naar cassette
en printer
Bit 7 = printer data out. Printer connector pen 3.
Bit 6 = keyboard enable. Een 0 blokkeert
het toetsenbord.
Bit 3 = forward cassette. Transport vooruit.
Bit 2 = reverse cassette. Transport achteruit.
Bit 1 = write command cassette. Opnemen.
Bit 0 = data naar cassette.
Let op!
De interrupt afhandelings-routine
zet iedere 20 msec poort &H10
op &H40. Pogingen om de cassette vanuit BASIC te besturen met
de interrupt in werking worden hierdoor gedwarsboomd.
Input poort &H20-&H2F.
Input van cassette
en printer
Bit 7 = read data van cassette:
Bit 6 = cassette read clock. Kloksignaal van de band.
Bit 5 = begin-einde van het band signaal.
Bit 4 = cassette in het recordertje.
Bit 3 = write enable (het zwarte stopje).
Bit 2 = stekkertje
dat het soort printer aangeeft, zie hoofdstuk 14.
Bit 1 = printer ready. Printer connector
pen 20.
Bit 0 = data van printer. Printer connector
pen 2.
Output poort &H30-&H3F.
Output van het videoscherm
Bit 7 = blanking van het scherm. Een 1 hier maakt het scherm
zwart, maar wist niet de informatie.
Bit 6-0 = horizontale verplaatsing
op het scherm.
Output poort &H50-&H5F.
Output naar de luidspreker van TV of de luidspreker aangesloten
op
het middenpennetje
van de RGB monitor plug.
Bit 0 = luidspreker.
Rest niet in gebruik.
66