AUTO
AUTO regelnummer
AUTO regelnummer,
toename
AUTO, toename
Opdracht tot het automatisch
genereren van een volgend
regelnummer
na elke ENTER tijdens het intikken van een pro-
gramma.
De AUTO-instructie
begint het nummeren van de regels bij
regelnummer
en verhoogt na iedere ENTER het regelnummer
met toename.
Is regelnummer
niet ingevuld maar toename wel, dan begint
AUTO bij 0 te nummeren.
Worden regelnummer
en toename niet opgegeven
dan begint
AUTO te nummeren
bij 10 en hoogt met 10 op.
Als het regelnummer
op het scherm verschijnt kan de BASIC
programma regel worden ingetikt.
Indien AUTO een regelnummer
genereert
dat reeds in het
geheugen van de computer aanwezig is, wordt achter dat
regelnummer
een ster * afgedrukt om de programmeur
te
waarschuwen.
Wordt direct achter de * op ENTER gedrukt dan wordt de be-
staande programmaregel
gewist uit het geheugen en genereert
AUTO een volgend regelnummer.
Wordt na de * tekst ingetypt
en afgesloten
met ENTER, dan wordt de reeds in het
geheugen aanwezige regel vervangen door de nieuwe regel.
Wil men de bestaande regel niet wissen of overschrijven
dan
moet de AUTO-stand worden beëindigd.
AUTO wordt beeindigd door de SHIFT-STOP toets in te
drukken.
Gebeurt dit tijdens het invoeren van een program-
maregel, dan wordt deze regel niet in het geheugen
opgeslagen.
Na de SHIFT-STOP schakelt de BASIC-interpreter
de P2000 in
de directe stand.
AUTO
Genereert de regelnummers
10, 20, 30, 40 enz.
AUTO 250
Genereert de regelnummers 250, 260, 270, enz.
AUTO 100,50 Genereert de regelnummers
100, 150, 200, enz.
AUTO, 2
Genereert regelnummers 0, 2, 4, enz.
Auto is alleen nuttig tijdens het intypen van een programma,
dus in directe stand.
83