Inhoudsopgave
Advertenties
Periodiek onderhoud en afstelling
Noodmodus
Als de Smart-sleutel verloren of beschadigd
is geraakt of de batterij leeg is, kunt u nog
steeds de machine inschakelen en de mo-
1
tor starten. U hebt hiervoor een mechani-
sche sleutel en het identificatienummer van
het Smart-sleutelsysteem nodig (zie pagina
2
3-3). Volg de onderstaande stappen om de
machine te gebruiken in de noodmodus.
3
OPMERKING
Het gebruik in de noodmodus wordt gean-
nuleerd wanneer de achtereenvolgende
4
stappen niet worden uitgevoerd binnen de
vereiste tijd voor elke stap of wanneer de
schakelaar "OFF/LOCK" wordt ingedrukt.
5
1. Parkeer de machine op een veilige
plaats.
2. Ontgrendel het zadel door de mecha-
6
nische sleutel in het slot aan de rech-
terzijde te steken en linksom te
draaien.
7
8
9
10
3. Open het zadel en controleer of de
verlichting van de bagageruimte gaat
11
branden.
4. Druk eenmaal op de schakelaar
"ON/
".
12
5. Beweeg het zadel binnen 10 secon-
den drie keer omhoog en omlaag zon-
der het volledig te sluiten.
13
OPMERKING
Gebruik de verlichting van het achterste op-
bergcompartiment als indicatie bij het om-
14
hoog- en omlaagbewegen van het zadel.
DAU77371
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem op de snelheidsmeter
gaat gedurende drie seconden bran-
den om de overgang naar de noodmo-
dus aan te geven.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem "
6. Gebruik nadat het controlelampje van
het Smart-sleutelsysteem is gedoofd
de schakelaar "
catienummer in te voeren. Zie de vol-
gende procedure voor het invoeren
van het identificatienummer.
1. Identificatienummer
7. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Houd de schakelaar "
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.
8-37
1
"
/ " om het identifi-
1
/ " ingedrukt.
Advertenties
Inhoudsopgave
