Functies van instrumenten en bedieningselementen
ve automatisch naar "C-TEMP" en knippert
"Hi". Stop het voertuig en laat de motor af-
koelen. (Zie pagina 8-36.)
OPMERKING
U kunt de informatieweergave niet wijzigen
tijdens oververhitting van de motor.
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Eco-controlelampje
1. Eco-controlelampje "ECO"
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.
OPMERKING
Hierna volgen enkele tips om het brandstof-
verbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Rijmodusweergave (XP530-A, XP530D-
A)
DCA10022
1. Rijmodusweergave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: "S" sportmodus of "T" toer-
modus. Zie pagina 4-3 voor meer informa-
tie.
1
Indicator V-snaarvervanging "V-Belt"
1. Indicator V-snaarvervanging "V-Belt"
Deze indicator knippert om de 20000 km
(12500 mi), wanneer de V-snaar moet wor-
den vervangen.
Stel de indicator voor V-snaarvervanging
terug nadat de V-snaar is vervangen. Zie
pagina 5-10 voor het terugstellen van de in-
dicator voor V-snaarvervanging.
Als de V-snaar wordt vervangen voordat de
indicator V-snaarvervanging "V-Belt" knip-
pert (dus voordat het vervangingsinterval
van de V-snaar is bereikt), moet de indicator
"V-Belt" na de V-snaarvervanging worden
teruggesteld, zodat het eerstvolgende tijd-
stip voor V-snaarvervanging weer correct
5-6
1
1
2
3
4
5
6
7
1
8
9
10
11
12
13
14