AX
DeltaSol
®
2.
Functies en instellingen
2.1 Minischakelaars en potentiometers
A
ON
1
4
2
3
OFF
2.2 Aanschakeltemperatuurverschil
2.3 Handbedieningsmodus
1
ON
1
2
3
4
OFF
C
B
ON
1
2
3
4
OFF
ON
1
2
3
4
OFF
C
ON
A
1
2
3
4
OFF
Via de minischakelaars A worden de functies
• handbedieningsmodus (minischakelaar 1)
• maximale temperatuurbegrenzing (minischakelaar 2)
• vorstbeveiliging (minischakelaar 3)
• minimale temperatuurgbegrenzing (minischakelaar 4)
geactiveerd (ON) resp. gedeactiveerd (OFF).
Met de potentiometer (B) wordt de temperatuur in °C
voor de maximale en minimale temperatuurbegrenzing
ingesteld.
Met de potentiometer (C) wordt het aanschakeltempera-
tuurverschil in K ingesteld.
De regelaar vergelijkt het temperatuurverschil tussen de
voelers S1 en S2 met een temperatuurverschil DT ingesteld
met de potentiometer (C).De regelaar schakelt het relais om
als het gemeten temperatuurverschil DT de ingestelde waar-
de bereikt, het bedrijfscontrolelampje licht groen op.Als het
temperatuurverschil 1,6 K (hysteresis, vaste waarde) lager
ligt dan de ingestelde waarde schakelt de regelaar terug.
Bij levering is het temperatuurverschil ingesteld op 6 K.
Regelbereik 2 ... 16 K.
Bij de inwerkingstelling of bij onderhoudswerken kan het
relais via de handbedieningsmodus continu aangeschakeld
worden. De handbedieningsmodus wordt geactiveerd of
gedeactiveerd met de minischakelaar 1. Bij geactiveerde
handbedieningsmodus licht het bedrijfscontrolelampje
groen op.
Bij levering is de handbedieningsmodus gedeactiveerd (mi-
nischakelaar in positie OFF), de regelaar is in automatisch
bedrijf.
5 |