AX
DeltaSol
®
3.
Richtlijnen bij storingen
°C
-10
-5
0
Ω
961 980 1000 1019 1039 1058 1078 1097 1117
°C
35
40
45
Ω 1136 1155 1175 1194 1213 1232 1252 1271 1290
°C
80
85
90
Ω 1309 1328 1347 1366 1385 1404 1423 1442
Weerstandswaarden van Pt1000-voelers
4. Voorbeelden van toepassingen
Standaardsysteem voor verwarming met zonne-
energie met één reservoir.
A
ON
1
2
3
4
OFF
B
Verzamelklem aarding gebruiken!
ON
1
2
3
4
OFF
Als het momentane temperatuurverschil DT tussen de
collectorvoeler S1 en de reservoirvoeler S2 groter wordt
dan het in de regelaar ingestelde temperatuurverschil, wordt
de pomp van de zonnecollector aangeschakeld. Er wordt
ON
warmte van de collector naar het reservoir gevoerd, het
1
2
3
4
temperatuurverschil wordt daarbij kleiner. Als het verschil
OFF
met 1,6 K (hysteresis, niet instelbaar) onder het ingestelde
Houder voor vervangings-
zekering (afdekking binnen-
kant)
5
10
15
20
25
50
55
60
65
70
95
100 105 110 115
C
RO
Ingeval de regelaar niet werkt zoals het hoort, controleer
dan a.u.b. de volgende zaken:
Als het apparaat bij aangesloten spanning niet correct scha-
kelt, controleer dan eerst de zekering. De regelaar is bevei-
ligd met een zekering T4A. Deze is na verwijderen van het
bovenste deel van het huis en de afdekking toegankelijk en
kan vervangen worden. Op de rug van de afdekking bevindt
zich een reservezekering.
Controleer de voelers. Niet aangesloten voelers moeten in
functie van de temperatuur de volgende weerstandswaarden
tonen:
30
75
S1
temperatuurverschil daalt, wordt de pomp weer uitgescha-
keld.
S1 = collectorvoeler
S2 = reservoirvoeler
RO = pomp zonnecollector
1
2
3
4
7
8
9 10 11
S1
S2
RO RC N N L
S2
7 |