Draadloze communicatie (alleen bepaalde modellen)
Status van apparaten
Met de knop voor draadloze communicatie 1, in combinatie met
Wireless Assistant (Assistent voor draadloze communicatie),
activeert en deactiveert u 802.11-apparaten en Bluetooth-
apparaten. Wanneer u de notebookcomputer inschakelt, wordt
standaard het 802.11-apparaat of Bluetooth-apparaat
ingeschakeld en gaat het bijbehorende lampje 2 branden.
✎
Als een 802.11-apparaat voor draadloze communicatie wordt
ingeschakeld, wordt er niet automatisch een WLAN gevormd of
verbinding gemaakt met een WLAN. Raadpleeg het gedeelte
"Draadloos lokaal netwerk (alleen bepaalde modellen)"
in dit
hoofdstuk voor informatie over het opzetten van een WLAN.
Handleiding voor de hardware en software
11–15