Richtlijnen voor wachtwoorden
van HP en Windows
Wachtwoorden van HP en Windows zijn niet uitwisselbaar. U
moet een HP wachtwoord gebruiken als een HP onderdeel om
een wachtwoord vraagt en een Windows-wachtwoord als een
Windows-onderdeel om een wachtwoord vraagt. Bijvoorbeeld:
■
Als er een opstartwachtwoord is ingesteld, geeft u dit
opstartwachtwoord (en niet een Windows-wachtwoord) op
bij het opstarten van de notebookcomputer of beëindiging
van de hibernationstand.
■
Als in Windows is ingesteld dat er een wachtwoord moet
worden opgegeven om de standbystand te beëindigen, geeft u
een Windows-wachtwoord (en niet een opstartwachtwoord)
op om de standbystand te beëindigen.
U kunt wel hetzelfde woord of dezelfde reeks letters of cijfers
voor uw HP wachtwoorden en Windows-wachtwoorden instellen.
Let hierbij op het volgende:
■
Voor HP wachtwoorden kunt u een willekeurige combinatie
van maximaal 32 letters en cijfers opgeven. Bij HP
wachtwoorden wordt geen onderscheid gemaakt tussen
hoofdletters en kleine letters.
■
Een HP wachtwoord moet met hetzelfde type toetsen worden
ingevoerd als waarmee het is ingesteld. Als u bijvoorbeeld
een HP wachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend als u het opgeeft met de
cijfertoetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Raadpleeg het gedeelte
hoofdstuk 3, "Cursorbesturing en
informatie over het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Handleiding voor de hardware en software
"Quick Launch-knoppen"
toetsenbord", voor
Beveiliging
in
12–7