Inhoudsopgave
Advertenties
B
A
EDIENING
LBATROS
19 W
ERKINSTRUCTIES
19.1
Veiligheid tijdens het werk
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door het
meerijden op de ploeg
• Meerijden op de ploeg en zich in de
gevarenzone bevinden, is verboden.
GEVAAR
Algemene gevaren voor ongevallen bij
het werken met de ploeg.
• Volg in ieder geval de
veiligheidsinstructies van hoofdstuk
1.0; pagina 9 op.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen bij het
veldwerk met de ploeg.
• Voorafgaand aan de werkzaamheden
dient men zich vertrouwd te
maken met alle voorzieningen en
bedieningselementen en hoe ze werken.
Waarschuwing
Kantelgevaar doordat grote vliedende
krachten optreden door de massa van
de ploeg.
Bij werk dat in een helling wordt
uitgevoerd kan de ploeg kantelen door
de grote vliedende krachten die door de
massa van de ploeg optreden.
• Let bij het uit de grond tillen en keren
op de positie van het zwaartepunt.
Gevaar voor ongevallen door
bekneld raken bij ombouw- en
instelwerkzaamheden.
• Zorg er bij al deze werkzaamheden
voor dat de ploeg stevig staat en tegen
wegrollen beveiligd is.
19.2
Werkwaarden: Werksnelheid /
werkdiepte
Werksnelheid
Werksnelheidsbereik = 4 tot 10 km/h
De werksnelheid is afhankelijk van:
•
De bodemgesteldheid
•
De begroeiing
•
De werkbreedte
•
De werkdiepte
•
Slijtgedrag
9901.00.15NL02; 09/2016
V / S
A
UPER
LBATROS
V
1 + 2
SERIE
Werkdiepte dicht rister
Aanduiding
ploeglichaam
BP-351 O
BP-322 P
BP-320 W
BP-341 W
BP-351 W
BP-365 P
Werkdiepte open rister
Aanduiding
ploeglichaam
BP-331 WS
BP-322 PS
BP-323 PS
BP-355 RS
BP-351 WS
19.3
Werkinstructies
•
De zijdelingse vergrendeling van de trekstangen
losmaken (gebruikshandleiding trekker).
•
Stel de trekkerhydrauliek in op trekkrachtregeling
(gebruikshandleiding trekker).
•
De topstang moet zich bij het ploegen vooraan
in het slobgat bevinden.
Zie hoofdstuk „Topstang aankoppelen" - pagina
55.
•
Werksnelheid naleven.
Te hoge snelheid geeft een hogere slijtage.
•
Maak geen nauwe bochten tijdens het werk op
het veld.
•
Breng de ploeg vóór het keren of achteruitrijden
omhoog.
•
Bij werkzaamheden op een helling mag
de maximale hellingshoek 20° zijn om de
bedrijfsveiligheid van de ploeg te kunnen
waarborgen.
•
stilstaat of vooruit rijdt.
Zie ook hoofdstuk "Bedrijfsveiligheid bij een
helling" - pagina 76.
•
Bij het ploegen dwars op de helling:
het eerste ploeglichaam breder.
het eerste ploeglichaam smaller.
Technische veranderingen voorbehouden
Maximale werkdiepte
circa cm
40
38
30
35
35
30
Maximale werkdiepte
circa cm
30
38
38
40
35
- 75 -
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
