Glossarium
Ingestelde vertrektemperatuur en
retourtemperatuur
De ingestelde vertrektemperatuur is de temperatuur tot dewelke het
verwarmingstoestel het water verwarmt dat weer aan de verbruikers
wordt overgedragen (bijv. radiatoren).
De retourtemperatuur is de temperatuur van het water dat van de
verbruiker terugstroomt naar het verwarmingstoestel.
Insteltemperatuur
De insteltemperatuur geeft de gewenste warmwatertemperatuur.
De taak van de verschilregelaar bestaat er in, de werkelijke
temperatuur aan de insteltemperatuur aan te passen.
Verwarmingstoestel
Met verwarmingstoestel wordt gewoonlijk de verwarmingsketel
bedoeld. Het kan hier echter ook om een opslagtank gaan.
Circulatiepomp
Een circulatiepomp zorgt er voor, dat er voortdurend warm water
ter beschikking staat. Het warme water bevindt zich in de tank. De
circulatiepomp stuwt het door de drinkwaterleidingen op basis van
het verwarmingsprogramma.
Recirculatie
De recirculatie dient ervoor een te groot temperatuurverschil tussen
voorloop en terugloop naar het verwarmingstoestel te verhinderen.
Daarvoor wordt met een mengklep in de retourleiding een deel
van het warme voorloopwater bijgemengd, zodat binnen de
verwarmingsketel geen waterdamp uit de opwarmgassen op de te
koude warmteoverdragers kan condenseren. De daarvoor benodigde
minimumtemperatuur binnen de verwarmingsketel is afhankelijk
van de brandstof (olie 47 °C, gas 55 °C). Op deze manier wordt
het corrosiegevaar binnen de verwarmingsketel aanzienlijk beperkt.
Legionella
Legionella is een in het water levende bacterie. Ter bescherming
tegen legionella wordt bij elke 20ste keer opwarmen of minstens
één keer per week de warmwatertank tot 65 °C opgewarmd.
Glossarium
51