Voeding
Hibernation
Ä
VOORZICHTIG: Als u de configuratie van de notebookcomputer wijzigt
terwijl de Hibernation-stand is geactiveerd, kan de Hibernation-stand
mogelijk niet meer worden beëindigd. Houd u aan de volgende richtlijnen
wanneer de Hibernation-stand actief is:
■
Installeer of verwijder geen geheugenmodule.
■
Verwijder de vaste schijf niet en plaats deze niet terug.
■
Sluit geen extern apparaat aan en koppel geen extern
apparaat los.
■
Plaats of verwijder geen cd, dvd, PC Card of digitale
geheugenkaart.
Met de Hibernation-voorziening wordt de Hibernation-stand
geactiveerd, waarbij uw werk wordt opgeslagen in een
Hibernation-bestand op de vaste schijf en de notebookcomputer
wordt afgesloten. Wanneer de Hibernation-stand volledig is
geactiveerd, gaan de aan/uit/standby-lampjes uit.
Wanneer u de Hibernation-stand beëindigt, verschijnen uw
gegevens weer op het scherm. Het beëindigen van de
Hibernation-stand duurt iets langer dan het beëindigen van de
standbystand, maar is altijd nog veel sneller dan het opnieuw
starten van de notebookcomputer en het zelf opzoeken van
uw gegevens.
Als u wilt vaststellen of de notebookcomputer in de
Hibernation-stand staat of uitgeschakeld is, drukt u op
de aan/uit/standby-knop.
■
Als de notebookcomputer in de Hibernation-stand staat,
verschijnt uw werk weer op het scherm.
■
Als de notebookcomputer is uitgeschakeld, wordt
Windows geladen.
Als de notebookcomputer op accuvoeding werkt, wordt de
Hibernation-stand automatisch geactiveerd wanneer de
notebookcomputer 30 minuten niet is gebruikt of wanneer
het ladingsniveau van de accu kritiek laag is geworden.
3–6
Handleiding voor de hardware en software