(alleen bepaalde modellen)
Als de notebookcomputer is voorzien van een geïntegreerd
apparaat voor draadloze communicatie, zoals een 802.11- of
Bluetooth-apparaat, kan de notebookcomputer worden gebruikt
voor draadloze communicatie.
■
Met een notebookcomputer die geschikt is voor draadloze
802.11-communicatie kunt u vanuit kantoorgebouwen, uw
huis en openbare ruimten verbinding maken met draadloze
netwerken. Draadloze netwerken zijn onder andere draadloze
LAN's (WLAN's) en "hotspots". Hotspots zijn draadloze
Access Points die beschikbaar zijn in openbare ruimten, zoals
luchthavens, restaurants, koffieshops, hotels en universiteiten.
■
Met een notebookcomputer die Bluetooth ondersteunt, kunt u
via een draadloos Personal Area Network (PAN) verbinding
maken met andere Bluetooth-apparatuur.
De notebookcomputer is voorzien van een knop waarmee u de
802.11- en Bluetooth-apparatuur kunt activeren en deactiveren,
plus een bijbehorend lampje dat de status van de apparatuur voor
draadloze communicatie aangeeft.
Naast de knop en het lampje voor draadloze-communicatie-
apparatuur is op de notebookcomputer een hulpprogramma
beschikbaar, Wireless Assistant genaamd, waarmee u de
apparatuur voor draadloze communicatie kunt besturen. Met
Wireless Assistant kunt u de 802.11- en Bluetooth-apparatuur
afzonderlijk in- en uitschakelen. Raadpleeg het gedeelte
"Voedingsstatus van apparatuur"
informatie over het gebruik van Wireless Assistant.
Handleiding voor de hardware en software
Draadloze communicatie
in dit hoofdstuk voor meer
5
5–1