Sectie 5 Programmering
[002] Periodieke DLS-dagen
Deze sectie wordt gebruikt om het aantal dagen tussen de periodieke DLS-downloads te programmeren. Geldige invoer is
tussen 001 en 255 dagen.
[003] Periodieke DLS-tijd
Deze sectie wordt gebruikt om de dagtijd waarop de periodieke DLS-download plaatsvindt te programmeren. Tijd is in 24-
uurs formaat en standaard is 00:00 uur (middernacht).
[007] Vertraging oproepvenster
Deze sectie wordt gebruikt om een o proepvenster voor een gebruiker te definiëren. Gebruikers kunnen alleen een down-
loadsessie starten tijdens dit venster. Als een waarde in deze sectie wordt ingevoerd, wordt de instelling in periodieke DLS-
tijd (zie de optie hierboven) genegeerd. Wanneer er 00:00 in dit veld wordt ingevoerd, zet het alarmsysteem een DLS-
gesprek op, op het moment dat is geprogrammeerd in periodieke DLS-tijd. Start- en eindtijden moeten worden gedefinieerd
met gebruikmaking van het 24-uursformaat (bijv. 13:30) en kunnen geen dag overschrijden (bijv. een starttijd van 23:00 en
een eindtijd van 01:00).
5.3.15 Virtuele invoeren
Bij het gebruik van een alternatieve communicator kunnen virtuele zones worden toegewezen aan geconfigureerde sys-
teemzones.
[560][001]-[032]
Wijs overeenkomstige 3-cijferige zonenummers toe aan de virtuele ingang; daarna kan de virtuele ingang door een alter-
natieve kiezer worden aangestuurd. Raadpleeg de paneelhandleiding voor aanvullende informatie
5.3.16 Schemaprogramming
De hieronder beschreven secties worden gebruikt voor het programmeren van geplande operationele tijden voor PGM-uit-
voeruitgangen 1-4.
[601]-[604] Programmaschema 1-4
Deze secties worden gebruikt om schema's voor PGM-opdrachtuitgangen 1-4 te definiëren. Wanneer een PGM is gecon-
figureerd voor uitvoerwerking op tijd, activeert deze op de geprogrammeerde starttijd en zal deze na de geprogrammeerde
duur uitschakelen. Bijvoorbeeld 5 seconden.
Elk schema bevat 4 intervallen, voor opdrachtuitvoer 1-4. Binnen elk interval kan een begin- en eindtijd worden gepro-
grammeerd voor elke dag van de week. Vakantieschema 1-4 kan ook worden geselecteerd. Om de uitvoer van de opdracht
in staat te stellen een schema te volgen, programmeert u de opdrachtuitvoer in sectie [009] en voert u vervolgens schema
001-004 in de sectie [011] in.
[101]-[102] Start-/eindtijd instellen
Gebruikt om de tijd van de dag dat het schema-interval begint en eindigt te programmeren. (UU:MM). Geldige invoeren zijn
0000-2359 en 9999. De eindtijd moet gelijk zijn aan of groter dan de starttijd. 9999 wordt gebruikt wanneer een interval ver-
der dan 24 uur moet worden verlengd. Om dit te doen, programmeert u de starttijd van de eerste interval en dan de eindtijd
met 9999. Programmeer de begintijd van de tweede interval als 9999 en eindtijd van het gewenste tijdstip waarop de pro-
ductie moet uitschakelen. Selecteer de dag van de week dat het programma zal eindigen.
Opmerking: Als twee intervallen in een schema worden geprogrammeerd met dezelfde starttijd, volgt het schema de inter-
val met de langste eindtijd.
[103] Dagentoewijzing
Gebruikt om de dag van de week te programmeren dat de schema-interval begint en eindigt. Gebruik de bladertoetsen om
een dag te selecteren en schakel vervolgens de optie in. Meerdere dagen van de week kunnen worden ingeschakeld.
- 138 -