4.4.2 Temperatuurweergave
Binnen-en buitentemperatuur kan worden weergegeven op systeembedienpanelen indien geconfigureerd in bedienpaneel
programmeringssectie [861]-[876]>[023] optie 7, en de secties [041]-[042]. De temperatuur wordt gemeten via draadloze tem-
peratuursensoren geïnstalleerd op het systeem. Raadpleeg "Compatibele apparaten" op pagina 9.
Algemene bedieningspanelen geven alleen de buitentemperatuur weer.
4.4.3 Waarschuwing voor lage temperatuur
Bedienpanelen kunnen worden geconfigureerd om lage omgevingstemperatuur detecteren.
Indien de temperatuur bij het bedienpaneel daalt tot 6 °C ± 2 °C (43 °F ± 3 °F), gaat de bedienpaneelzone in alarm. Wan-
neer de temperatuur stijgt boven 9 °C ± 2 °C (48 °F ± 3 °F), wordt de bedienpaneelzone hersteld.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de zone-ingangsfunctionaliteit van het bedienpaneel uitgeschakeld.
Raadpleeg de sectie [861]-[876]>[023] optie 8 voor meer informatie.
Opmerking: Deze functie is niet geëvalueerd door UL/ULC.
4.5 Functietoetsen bedienpaneel
Bedienpanelen hebben 5 programmeerbare functietoetsen die kunnen worden geconfigureerd om een v an de volgende
acties uit te voeren:
Tabel 4-2 Opties functietoetsprogrammering
[00] Null-functietoets
[02] Onmiddellijk Aanwezig Inschakeling
[03] Aanwezig Inschakeling
[04] Afwezig Inschakeling
[05] [*][9] Geen toegang inschakelen
[06] [*] [4] Deurbel AAN/UIT
[07] Systeemtest
[09] Nachtstand Inschakeling
[12] Overal Aanwezig Inschakeling
[13] Overal Afwezig Inschakeling
[14] Overal Uitschakeling
[16] Snel afsluiten
Om een f unctietoets te programmeren:
1. Ga naar installatieprogrammering [*][8].
2. Voer sectie [861] in voor functietoetsprogrammering.
3. Voer [001] tot [005] in om een functietoets voor programmering te selecteren.
4. Voer een 2-cijferig nummer in om een functietoetsbewerking aan toe te wijzen - [00]-[68]. Zie tabel hierboven.
5. Ga verder vanaf stap 3 tot alle functietoetsen zijn geprogrammeerd.
6. Druk tweemaal op de [#]-toets om de programmering van het installatieprogramma af te sluiten.
Geprogrammeerde functietoetsen moeten gedurende 2 seconden worden ingedrukt om de functie te activeren.
Sectie 4 Systeembediening
[17] Binnenshuis inschakelen
[21]-[24] Opdrachtuitgang 1 tot 4[*][71] - [*][74]
[29] Groep terugbrengen onderdrukken
[31] Lokale PGM activeren
[32] Overbruggingsmodus
[33] Terugbrengen onderdrukken
[34] Gebruikerprogrammering [*][5]
[35] Gebruikersfuncties [*][6]
[37] Tijd & datum programmeren
[39] Probleemweergave [*][2]
[40] AAlarmgeheugen [*3]
[61]-[68] Selectie partitie 1-8
- 42 -