Sectie 2 Installatie
2.4.5 Bedienpaneelbedrading
Om een b edienpaneel op de alarmcontroller aan te sluiten, verwijdert u de achterplaat van het bedienpaneel (zie instal-
latieblad bedienpaneel) en sluit de R-, B-, Y- en G-aansluitpunten aan op de overeenkomstige aansluitingen op de alarm-
controller.
Bedienpaneelzone/PGM-bedrading
Bedrade apparaten kunnen worden verbonden met bedrade bedienpanelen met ingangen (zone) of uitgangen (PGM). Dit
zorgt ervoor dat het niet nodig is om vanaf elk apparaat draden naar het bedieningspaneel te laten lopen.
Om een zone-apparaat aan te sluiten op HS2LCD-, HS2ICON-, HS2LED- en HS2TCHP-bedienpanelen, sluit u een draad
tussen de P/Z-aansluiting en B. Voor apparaten die op stroom werken, gebruikt u rood en zwart voor de voeding van het
apparaat. Sluit de rode draad aan op de R (positieve)-aansluiting en de zwarte draad op de B (negatieve)-aansluiting.
Bedienpaneelzones ondersteunen normaal gesloten lussen, enkele einden en dubbele einden.
Om de PGM-uitgang aan te sluiten, sluit u een draad aan tussen het P-aansluitpunt en R.
Afbeelding 2-8 P-/Z-aansluitpunten bedienpaneel
Opmerking: Bij het g ebruik van einde van de lijn-toezicht, sluit u de zone aan volgens een van de configuraties weer-
gegeven in " Zonebekabeling" op pagina 21. Eindweerstanden moeten op het apparaat aan het einde van de lus worden
geplaatst, niet op het bedienpaneel.
toewijzen bedienpaneelzones
Bij het gebruik van zone-ingangen van het bedienpaneel, moet aan elke gebruikte ingang een zonenummer in instal-
lateurprogramming worden toegewezen.
Controleer eerst of u alle geïnstalleerde bedienpanelen hebt ingeschreven in voor de gewenste sleuven (Zie "[902] Modules
toevoegen/verwijderen" op pagina 141). Wijs vervolgens bedienpaneelzones toe door programmeringssectie [861]-[876],
subsectie 011 in te voeren voor bedienpanelen 1-16. Voer een 3-cijferig zonenummer in voor elk van de bedien-
paneelzones. Dit nummer moet worden geprogrammeerd op de sleuflocatie waar het bedienpaneel aan is toegewezen.
Opmerking: Als een zone-ingang van een bedienpaneel is toegewezen aan zonenummer 1 tot 8, kan de bijbehorende
zone niet worden gebruikt op het hoofdbedienpaneel.
Zodra de bedienpaneelzones zijn toegewezen, moet u ook de zonedefinities en zonekenmerken programmeren. Zie "[001]
zonetypes" op pagina 74 en Zie "Zone-instelling" op pagina 74.
2.4.6 HSM2955 bedrading
Voor informatie over de bedrading zie de HSM2955 installatiehandleiding #29008435xxx.
- 20 -