nl
Selectie MFA leidingpompen
Selectie beëindigen
PartnerName_1001
PartnerName_1002
PartnerName_1003
PartnerName_1004
PartnerName_1005
Fig. 59: Selectie van de secundaire pompen
voor Multi-Flow Adaptation
Regelbedrijf instellen
Debiet Offset
Actueel: 0,0 m³/h
Multi-Flow Adaptation menger...
Actueel: Uitgeschakeld
Vervangende waarde vereist debiet
Actueel: Max. vereist debiet
Q-Limit Min
Status: Uitgeschakeld
Fig. 60: Regelbedrijf instellen: Multi-Flow
Adaptation menger
Multi-Flow Adaptation menger
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Fig. 61: Multi-Flow Adaptation menger
Regelbedrijf instellen
Multi-Flow Adaptation menger...
Actueel: Ingeschakeld
Vervangende waarde vereist debiet
Actueel: Max. vereist debiet
Temperatuursensor T1
Sensoringang: Analoge ingang 3
Temperatuursensor T2
Sensoringang: Analoge ingang 4
Fig. 62: Multi-Flow Adaptation menger: Tem-
peratuursensor
74
Selecteer „Selectie secundaire pompen" door de bedieningsknop te draaien en bevestig uw
keuze door deze in te drukken.
Bij de door Wilo Net herkende pompen moet elke partnerpomp als secundaire pomp worden
geselecteerd.
Selecteer de partnerpomp door de bedieningsknop te draaien en bevestig uw keuze door de-
ze in te drukken.
Als u de knop indrukt, verschijnt het witte vinkje bij de geselecteerde pomp.
Deze pomp signaleert
de focus.
De secundaire pomp zelf signaleert in het display dat deze is geselecteerd.
Type: 25/1-1004
Art.nr.: 12 1004
NodeID: 954
Serienr.:
Alle overige secundaire pompen worden op dezelfde manier geselecteerd. Ga vervolgens te-
341004
rug naar het menu „Regelbedrijf instellen" door de terugtoets in te drukken.
Als de secundaire pompen in een circuit met een menger zijn ingebouwd, dan kan rekening
worden gehouden met het mengdebiet. Selecteer daarvoor de extra regelfunctie Multi-Flow
Selectiemenu
Adaptation menger en activeer deze.
Om de functie te kunnen gebruiken, moeten de temperaturen op de transportpomp worden
vastgelegd:
•
In de secundaire aanvoer (T1) na de open verdeler
Multi-Flow Adaptation
kan rekening houden met een
menger bij
secundaire pompen
•
In de primaire aanvoer (T2) vóór de open verdeler
. Daarvoor
moet bij
secundaire pompen de
warmtehoeveelheidsregistratie
Sluit daarvoor temperatuursensoren aan op de analoge ingangen AI3 en AI4.
zijn geactiveerd. De
transportpomp moet
temperaturen in de aanvoer
secundair (T1) en
aanvoer primair (T2)
vastleggen.
Selecteer „Ingeschakeld" door de bedieningsknop te draaien en bevestig uw keuze door deze
in te drukken.
Vervolgens moeten de temperatuursensoren op de transportpomp op de analoge ingangen
Multi-Flow Adaptation
houdt rekening met 3-weg-
mengers bij
AI3 en AI4 worden geconfigureerd. Selecteer daarvoor in het menu „Regelbedrijf instellen" de
leidingpompen. Daarvoor
moet bij de betrokken
leidingpompen de
warmtehoeveelheidsregistratie
temperatuursensor T1 voor de temperatuursensor van de secundaire aanvoer.
zijn geactiveerd.
De analoge ingang AI3 wordt daardoor automatisch op het signaaltype PT1000 geconfigu-
reerd en als actuele temperatuurwaarde T1 gebruikt.
Ga hetzelfde te werk met de temperatuursensor T2 op analoge ingang AI4.
Instelling van de sensor 1
voor regelingen die
een temperatuursensor
nodig hebben.
LET OP
Om het mengdebiet te kunnen bepalen, moet op de secundaire pompen
met menger absoluut de functie Warmtehoeveelheidsregistratie met aan-
gesloten temperatuursensor in de secundaire aanvoer en secundaire retour
zijn geactiveerd.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos GIGA2.0-I/-D/-B • Ed.01/2024-08