Bediening
4.8.2 Sensor Setup-menu
KALIBREREN
SELECTEER SENSOR (als er meer dan één sensor aangesloten is)
1-PUNTS AUTO
2-PUNTS AUTO
1-PUNTS MANUEEL
2-PUNTS MANUEEL
STANDAARD SETUP
CONFIGUREREN
BEWERK NAAM
SELECTEER METEN
DISPLAYFORMAAT
TEMP EENHEDEN
LOG-SETUP
ANNULEER FREQ
FILTER
TEMP ELEMENT
SELECTEER BUFFER Selecteer het buffertype (standaard 4, 7, 10 of DIN 19267) uit de weergegeven keuzemogelijkheden.
ZUIVER H20 COMP
KAL DAGEN
SENSOR DAGEN
STANDAARD SETUP
DIAG/TEST
SENSORTYPE
SENSORNAAM
SERIENUMMER
SOFTWARE VERS.
DRIVER VERSIE
pH GRADIËNT
SENSORSIGNAAL
SENSOR ADC CNTS
TELL
TEMP INSTEL
TEMP ADC
TELLINGEN
LAATSTE KAL DATUM Toont de datum van de laatste kalibratie.
PRODUCTIEDATUM
SENSOR DAGEN
RESET SENSOR
ELEKTRODE DAGEN
44
Kalibratie met één enkele buffer - normaal pH 7.
Kalibratie met twee buffers - normaal pH 7 en pH 4 of 10.
Kalibratie tegen één enkel bekend monster.
Kalibratie tegen twee monsters, beide met een bekende pH.
Herstelt het systeem op de oorspronkelijke fabriekskalibratie.
Voer een maximaal 10 tekens lange naam in met een combinatie van symbolen en letter- of
numerieke tekens. Druk op ENTER wanneer de ingave compleet is. De naam wordt weergegeven in
de statusregel met de meetwaarde.
Kies uit de weergegeven opties (pH of ORP).
Selecteer de meetresolutie (xx.xx pH of xx.x pH).
Kies uit de weergegeven opties (°C of °F).
Kies SENSORINTERVAL om de sensorloginterval in te stellen of selecteer TEMP-INTERVAL om de
temperatuurloginterval in te stellen.
Kies 50 of 60 Hz. Standaard is 60 Hz.
Selecteer 0-60 seconden signaal gemiddelde tijd.
Selecteer type temperatuurelement uit de weergegeven keuzemogelijkheden.
Alleen voor pH-toepassingen met zuiver water. Niet toepasbaar voor ORP metingen. Stelt de
gebruiker in staat om te specificeren dat ammoniak, morfoline of andere door de gebruiker
gedefinieerde elektrolyten worden gebruikt in de toepassing, waarbij een temperatuurafhankelijke
lineaire gradiëntfactor kan worden toegepast voor de gemeten pH.
Aantal dagen sinds de laatste kalibratie. Standaard-mededeling om de 60 dagen.
Aantal dagen dat de sensor in gebruik is. Standaard-mededeling om de 365 dagen.
Zet alle door de gebruiker te bewerken opties op hun standaard-fabrieksinstellingen terug.
Identificeert het sensortype (zoals Diff pH).
Geeft de ingevoerde naam van de sensor weer. Standaard is het serienummer van de sensor.
Geeft het serienummer van de sensor weer.
Geeft het softwareversienummer weer.
Geeft het sensordriver-versienummer weer.
Geeft de gradiënt van de actuele pH-kalibratie weer.
Geeft de sensoruitgang in mV weer.
Onbehandelde data voor sensor ADC-tellingen. Vergelijkbaar met A/D-tellingen.
Stelt de weergegeven temperatuur in met maximaal ±15 °C.
Onbehandelde data voor temperatuur ADC-tellingen. Vergelijkbaar met A/D-tellingen.
Sensorproductiedatum.
Cumulatieve dagen dat de sensor in gebruik is.
Zet de sensorteller terug.
Opgetelde dagen dat de elektrode in gebruik geweest is.