7.5 Controle van ORP-sensorwerking
7.5.1 Fouten opsporen bij de ORP-sensor zonder geïntegreerde digitale elektronica
7.5.2 Fouten opsporen bij de ORP-sensor met geïntegreerde digitale elektronica
Eenvoudige tests met gebruikmaking van de sc100 of een multimeter en een
200-mV-referentieoplossing kunnen vaststellen of de ORP-sensor correct
functioneert.
Bepaal of de sensor geïntegreerde digitale elektronica heeft of een externe digitale
gateway gebruikt. Als de sensor een digitale gateway gebruikt, wordt deze
vastbedraad aan de digitale gateway door klemverbindingen binnenin de digitale
gateway-omkasting. Als de sensor een digitale gateway gebruikt en zodoende
geen geïntegreerde digitale elektronica bevat, gaat u door met
de sensor geïntegreerde digitale elektronica bevat, gaat u naar
pagina
61.
1. Ontkoppel de rode, groene, gele en zwarte sensordraden van de digitale
gateway.
2. Plaats de sensor in een 200-mV-referentieoplossing en zorg ervoor dat de
temperatuur van de sensor en referentieoplossing ongeveer op 25 °C (70 °F)
worden gecompenseerd.
3. Controleer of het sensortemperatuurelement (300-ohm-thermistor)
functioneert door de weerstand te meten tussen de gele en zwarte draad.
De afleeswaarde dient te liggen tussen 250 en 350 ohm bij ongeveer 25 °C
(70 °F).
4. Sluit de gele en zwarte draden weer aan.
5. Sluit de multimeter (+)-ader aan op de rode draad en de (-)-ader op de groene
draad. Terwijl de sensor in de 200-mV-referentieoplossing is, meet u de
dc-millivolts. De afleeswaarde dient tussen 160 en 240 mV te liggen. Als de
afleeswaarde buiten deze grenswaarden is, neemt u contact op met de
klantenservice.
1. Plaats de sensor in een 200-mV-referentieoplossing en zorg ervoor dat de
buffer en sensor een temperatuurevenwicht bereiken. Dit kan worden
gecontroleerd door de sensortemperatuurwaarde te controleren totdat er een
stabiele temperatuurmeting ontstaat. Deze waarde is aanwezig op het sc100-
display wanneer zich dit in de meetmodus bevindt.
2. Vanuit het Sensor-setup-menu op de sc100, accentueert u "Diag/Test" en u
drukt op ENTER.
3. Accentueer "Sensorsignaal" en druk op ENTER. De afleeswaarde dient
tussen 160 en 240 mV te liggen. Als de afleeswaarde buiten deze
grenswaarden is, neemt u contact op met de klantenservice.
Fouten opsporen
paragraaf
7.5.1. Als
paragraaf 7.5.2 op
61