Planningsaanwijzingen
10.3 Hydraulische integratie
Verwarmingsaansluitingen
Bestaande installaties
Om vuil en slik te verwijderen, bestaande verwarmingsinstallatie
grondig spoelen. Dan pas de verwarmingsketel aan de verwarmings-
installatie aansluiten.
Vuil en slijk zetten zich anders in het toestel af en kunnen tot plaat-
selijke oververhitting, geluiden en corrosie leiden. Voor schade, die
hierdoor ontstaat, vervalt de garantie. Evt. moeten vuilvangvoorzie-
ningen worden gemonteerd.
Ketelcircuitpompen
De verwarmingsketels hebben op basis van de constructieve dimen-
sionering, de grote waterinhoud en de geringe interne weerstand
aan verwarmingswaterzijde geen ketelcircuitpompen.
Verwarmingsretour
Het retourwater van alle verbruikers en verwarmingscircuits moet via
10
de retouraansluiting naar het condensatietoestel op gas gevoerd
worden. Vitocrossal 300 heeft 2 ketelretouraansluitingen. Als er
slechts één verwarmingscircuit is, dit verwarmingscircuit op de aan-
sluiting "KR 1" aansluiten.
Condensatie correcte integratie
■ Bij condensatieketels wegens de nodige lagere retourtemperatu-
ren uitsluitend 3-weg-mengkleppen in de verwarmingscircuits
inbouwen. 4-weg-mengkleppen moeten vermeden worden.
De hoge benuttingsgraden van de Vitocrossal-condensatieketels of
condensatie-units met Vitotrans 300 kunnen door de volgende maat-
regelen nog verbeterd worden:
■ Verwarmingscircuits voor zo laag mogelijke temperaturen, bij voor-
keur 40/30 °C of 50/40 °C, dimensioneren.
■ Als er meerdere verwarmingscircuits met verschillende tempera-
tuurniveaus voorzien zijn, de verwarmingscircuits met de laagste
temperaturen aan de aansluiting "KR 1" van de Vitocrossal 300
aansluiten.
Aanwijzing bij verwarmingscircuitpompen
CV-pompen in verwarmingsinstallaties met een nominaal vermogen
> 25 kW moeten zodanig zijn uitgevoerd of ontworpen dat het opge-
nomen elektrische vermogen in minstens 3 niveaus wordt aangepast
aan de van de werking afhankelijke pompbehoefte. Hetzij veilig-
heidstechnische belangen van de verwarmingsketel staan daarte-
genover.
Systeemtoebehoren
Hydraulische systeembuizen
Voor installatie met 2 ketels zie vanaf pagina 19.
■ Tot 636 kW met Vitocrossal, type CIB
■ Tot 1278 kW met Vitocrossal, type CI3
■ Tot 622 kW met Vitocrossal, type CM2C
■ Tot 1240 kW met Vitocrossal, type CM2
■ Tot 1260 kW met Vitocrossal, type CT3U en type CT3B
Divicon verwarmingscircuitverdeling
Geprefabriceerde verwarmingscircuitverdeling voor de aansluiting
van maximaal 4 verwarmingscircuits (in installaties met 1 ketel) aan
Vitocrossal 200 en Vitocrossal 300 tot 318 kW. De buisaansluitingen
aan de Divicon moeten door de installateur worden voorzien.
Zie vanaf pagina 14.
Toepassingsvoorbeelden
Zie www.viessmann-schemes.com
VIESMANN
26
(vervolg)
Als er meerdere verwarmingscircuits zijn, aan de aansluiting "KR 1"
de verwarmingscircuits met het laagste temperatuurniveau (bijv.
vloerverwarming) aansluiten. Aan de aansluiting "KR 1" moeten min.
15 % van het nom. vermogen aangesloten worden. Op die manier
wordt een optimaal ketelrendement bereikt. Als er meerdere verwar-
mingscircuits met hetzelfde temperatuurniveau zijn, deze verwar-
mingscircuits aan de aansluiting "KR 1" aansluiten.
Verwarmingscircuits
Voor verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen adviseren wij het
gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof door
de buiswanden te voorkomen.
In verwarmingsinstallaties met niet-zuurstofdichte kunststofbuizen
(DIN 4726) een systeemscheiding uitvoeren. Hiervoor leveren wij
aparte warmtewisselaars.
■ De waterstromen in de verwarmingscircuits door toerentalgere-
gelde pompen of pompen waarvan de toerentallen afhankelijk van
de aanvoer- en retourtemperaturen geregeld worden, reduceren.
■ Maatregelen voor retourtemperatuurbegrenzing kunnen de benut-
tingsgraad vergroten.
■ Geen overstortkleppen tussen verwarmingsaanvoer en -retour
gebruiken.
Geprefabriceerde rookgascollector
Voor installatie met 2 ketels zie pagina 59.
■ Tot 636 kW met Vitocrossal, type CIB
■ Tot 1278 kW met Vitocrossal, type CI3
■ Tot 622 kW met Vitocrossal, type CM2C
■ Tot 1260 kW met Vitocrossal, type CT3U
■ Tot 1240 kW met Vitocrossal, type CM2
Condenserende gasketel