Kruipfunctie
(rijden zonder gasgeven)
Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage
snelheid soepeler (inparkeren, file rijden, ...).
Als het hybridesysteem is ingeschakeld en de
selectiehendel in de stand A , M of R staat, zet
de auto zich langzaam in beweging zodra u
het rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het
gaspedaal bedient).
Uit veiligheidsoverwegingen wordt
deze functie alleen geactiveerd als
u het rempedaal intrapt tijdens het
inschakelen van een versnelling vooruit
of de achteruitversnelling.
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra
het bestuurdersportier wordt geopend.
Sluit om de functie weer in te schakelen
het portier en trap het rempedaal of
gaspedaal in.
Laat als het hybridesysteem is
ingeschakeld nooit kinderen alleen in
de auto achter.
Stilzetten van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u:
-
de selectiehendel in de stand N bewegen
om de neutraalstand te selecteren,
-
een versnelling ingeschakeld laten. In dat
geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto volledig stil te zetten (als de handrem niet
in de automatische stand staat ingesteld).
Selecteer wanneer u de auto met
ingeschakeld hybridesysteem stilzet
altijd de neutraalstand N .
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of de
selectiehendel in de neutraalstand N
staat en de handrem is aangetrokken.
Storing
Als dit waarschuwingslampje
bij het aanzetten van het
contact gaat knipperen,
in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display
van het instrumentenpaneel, duidt dit op een
storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Houd bij het starten van de motor altijd
het rempedaal ingetrapt.
Trek de handrem aan om te voorkomen
dat de auto wegrolt, behalve wanneer
de handrem automatisch wordt
bediend.
143
Rijden