gebruik
• Behandel het systeem met natriumhypochloriet tot een niveau van 4 tot
5 mg/l vrij chloorresidu met een pH-waarde van 7,0 tot 7,6. Het chloor-
residu moet gedurende zes uur op 4 tot 5 mg/l blijven. Dit kan worden
gemeten met standaard watertestkits; deze zijn te koop in winkels.
Als de koeltoren in bedrijf is geweest en vervolgens gedurende een bepaalde
tijd is stilgelegd en niet is geleegd, moet een van de twee vorige biocidale
behandelingsprogramma's rechtstreeks in het koelwateropslagvat (reser-
voir van koeltoren, afvoertank, enz.) worden uitgevoerd zonder stilstaand
water over de koeltorenvulling te laten circuleren of de koeltorenventilator
te bedienen.
Nadat de biocidale voorbehandeling met succes is afgerond, kan koelwater
over de torenvulling worden gecirculeerd terwijl de ventilator is uitgescha-
keld.
Als de biocidale behandeling gedurende ten minste zes uur op een be-
vredigend niveau is gehandhaafd, mag de ventilator worden ingeschakeld
en kan het systeem weer in bedrijf worden gesteld. Hervat het standaard
waterbehandelingsprogramma, inclusief biocidale behandeling.
De toren bedienen
Algemeen:
De koudwatertemperatuur die door de werkende koeltoren wordt verkregen,
zal variëren onder de volgende invloeden:
1. Warmtebelasting: als de ventilator in vol bedrijf is en de warmtebelasting
toeneemt, zal de temperatuur van het koude water stijgen. Als de warm-
tebelasting afneemt, zal de temperatuur van het koude water afnemen.
Bereik – °F
NB: het aantal graden ('bereik') waardoor de toren het water koelt, wordt
bepaald door de warmtebelasting van het systeem en de hoeveelheid
of – in SI-eenheden
water die wordt gecirculeerd, volgens de volgende formule:
Bereik – °C
De koeltoren voorziet alleen in de koudwatertemperatuur die onder alle
omstandigheden kan worden bereikt.
2. Temperatuur van de natte bollen in de lucht: de temperatuur van het
koude water zal ook variëren overeenkomstig de natteboltemperatuur van
de lucht die via de roosters de toren binnenkomt. Lagere natteboltempe-
raturen leiden tot koudere watertemperaturen. De koudwatertemperatuur
zal echter niet in dezelfde mate verschillen als de natteboltemperatuur.
Zo kan bijvoorbeeld een daling van de natte bol met 11 °C leiden tot een
daling van de temperatuur van het koude water met slechts 8 °C.
Warmtebelasting (Btu/uur)
=
GPM x 500
Warmtebelasting (kW)
=
Waterdebiet (m
/uur) x 1,162
3
➠
15