4.
Plaats de kaarten of het fotopapier in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden
afgedrukt naar beneden.
Zorg ervoor dat de stapel kaarten of foto's overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de
voorzijde van de lade.
5.
Pas de breedtegeleiders voor het papier aan tot ze de linker- en rechterrand van de stapel papier raken.
6.
Sluit de hoofdlade.
7.
Wijzig of behoud de papierinstellingen op het scherm van de printer.
8.
Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten.
20
Hoofdstuk 3 Papier plaatsen