3.
Als niets de wagen met printcartridges in de weg staat, verplaatst u de wagen met printcartridges
voorzichtig naar de linkerkant van de printer en verwijdert u het vastgelopen papier. Herhaal dit zo nodig
door de wagen met printcartridges voorzichtig naar rechts van de printer te verplaatsen.
OPMERKING:
Verplaats de wagen met printcartridges niet te ver naar links of rechts van de printer.
4.
Til de hendel van de papierbaankap op en verwijder de kap.
5.
Als u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pak het dan met beide handen vast en trek het
naar u toe.
VOORZICHTIG:
Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en
wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven.
Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen
optreden.
Een papierstoring in de afdrukzone verhelpen
53