is
3.6.2
3.6.3
3.6.4
Instructiehandleiding ADM
Shuntleiding
U kunt een shuntpomp aansluiten om gelaagdheid van het water in de boiler te
voorkomen.
1. Optioneel: monteer afhankelijk van het tappatroon een shuntleiding (Ø 22
mm), een afsluiter (11) en een shuntpomp (7).
2. Monteer een terugslagklep (5).
3. Monteer een afsluiter (11).
Warmwaterzijdig
Zie (B) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema").
Opmerking
Isolatie van lange warmwaterleidingen voorkomt onnodig energieverlies.
1. Optioneel: monteer een temperatuurmeter (12) ter controle van de
temperatuur van het tapwater.
2. Optioneel: monteer het T&P-ventiel (3).
3. Monteer een afsluiter (11) in de warmwateruitgangleiding ten behoeve van
servicedoeleinden.
Aftapkraan
1. Monteer de standaard meegeleverde aftapkraan (9).
2. Indien gewenst, monteer een circulatieleiding (3.6.5 "Circulatieleiding").
Zo niet monteer dan de bij de aftapkraan geleverde afdichtmoer met pakking
(C) volgens de figuur.
C
IMD-0122 R1
23