Indienststelling of het opnieuw starten na een vrij lange stillegging
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door
een vakbekwaam technicus.
Voor de inbedrijfname moet de verwarmingsinstallatie volledig
geleegd en doorgespoeld worden.
1 Vullen van de installatie
Steek de ketel aan.
Vul de installatie met water.
Tap de installatie af.
Verwijder buis van veiligheidsklep.
Vul de sifon met water.
Controleer de werkdruk van de installatie (Minimum druk 0.5
bar).
Controleer de waterdichtheid.
Controleer de waterdruk van de installatie die op de display van
het bedieningspaneel staat aangegeven:
Onvoldoende druk: water toevoegen (0 - 0.5 bar)
Het is aan te raden water toe te voegen (0.5 - 1 bar)
Juiste druk (1 - 2 bar)
Te hoge druk (> 2 bar)
Minimale druk voor een koude installatie = 2 segmenten
34
De ketel kan beschadigen bij werking met een lege sifon van het
condenswater.
Eventueel water bijvullen.
GVR 140 Condens
05/03/07 - 300001453-001-E