16
Signalering alarmen en storingen
PROBLEEM
ALARMSIGNALERING MOGELIJKE OORZAAK
LED POWER UIT
LED POWER UIT
De poort wordt niet
geopend of niet
gesloten.
Voorbeeld:
(EnE5)
(btLO)
De poort wordt niet
geopend of niet
Knipperlicht
gesloten.
Geen stroomtoevoer.
Verbrande zekeringen.
Storing in de ingaande
voedingsspanning.
Initialisatie van de regeleenheid
mislukt.
Overstroom gedetecteerd in de
inverter.
Fout tijdens verwerving
gegevens slag.
Ijkingsprocedure mislukt.
Motor niet aangesloten.
Beide eindschakelaars zijn
geactiveerd
Fout in de
Encoder niet aangesloten.
Ernstige storing van de
encoder.
Storing van de encoder.
Netvoeding onvoldoende.
Werking in modus batterijen.
Berekeningsfout van de
encoder.
Thermische beveiliging van de
encoder geactiveerd.
Storing gedetecteerd van de
besturing van de motor
Batterijen leeg.
Deblokkeerinrichting open.
Storing gedetecteerd van de
besturing van de motor
Problemen met het circuit van
de encoder of op de
verbindingskabel.
INGREEP
Controleer de stroomkabel.
Vervang de zekering. Er wordt aanbevolen om de
zekeringen enkel te verwijderen en opnieuw te plaatsen
wanneer de netspanning is uitgeschakeld.
Schakel de stroiomtoevoer uit, wacht 10 s, en schakel
de stroomtoevoer opnieuw in. Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met uw plaatselijke
Door op de TEST-toets te drukken, is het mogelijk om
de fout tijdelijk te verbergen en de parameters van het
bedieningspaneel te raadplegen.
Druk twee maal op de toets TEST of geef 3 bedieningen
achtereenvolgens.
Controleer dat de positionering van de eindschakelaar
van opening en sluiting correct is.
Druk op TEST en controleer eventuele beveiligingen in
alarm. Herhaal de procedure van de lering.
Respecteer de tijdsduur voor de ijking tijdens de fase
van de procedure van de lering.
Voordat het deblokkeerklepje opnieuw wordt gesloten,
moet gecontroleerd worden dat op de display
knippert.
Herhaal de procedure van de lering.
Controleer de motorkabel.
Controleer de aansluiting van de eindschakelaar.
Controleer de aansluiting op de encoder.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om de
encoder te vervangen.
Druk op de toets TEST, als de foutsignalering nog
verschijnt, moet de regeleenheid 5 s lang uitgeschakeld
worden en moet ze daarna opnieuw ingeschakeld
worden. Als het probleem aanhoudt, moet de encoder
vervangen worden.
Druk op de toets TEST, als de foutsignalering nog
verschijnt, moet de encoder vervangen worden.
Indien vuil, vochtigheid, insecten of ander aanwezig is,
moet de voeding uitgeschakeld worden en moeten de
encoder en de kaart gereinigd worden. Als het probleem
aanhoudt, moet de encoder vervangen worden.
Batterijen bijna leeg.
Herhaal de procedure van de lering.
De werking wordt binnen 2 minuten automatisch
hersteld.
Als het probleem aanhoudt, moet de regeleenheid
vervangen worden.
Wacht tot de netspanning wordt hersteld.
Sluit de greep van de deblokkering en draai de sleutel
in de sluitpositie. Controleer de aansluiting met het
contact van de deblokkering.
Herhaal de procedure van de lering. Als het probleem
aanhoudt, moet de regeleenheid vervangen worden.
Controleer dat de condities van de verbindingskabel goed zijn.
Schakel de spanning uit en opnieuw in.
Geef een bediening (opening/stapsgewijs, ... ).
Als
NIET verschijnt, moet de procedure van de
lering herhaald worden.
Se
opnieuw verschijnt, moet de technische
assistentiedienst gecontacteerd worden.
229