Inbedrijfstelling En Afstelling; Voorbereidingen; Vullen En Ontluchten - Nibe F750 Handleiding Voor Installateur
Ventilatielucht
Verberg thumbnails
Zie ook voor F750:
- Gebruikershandleiding (88 pagina's) ,
- Startgids (8 pagina's) ,
- Handleiding (88 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
1. Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " "
staat.
2. Controleer of de vulkleppen (QM10) en (QM11)
volledig dicht zijn.
LET OP!
Controleer de automatische zekering (FA1) in
de warmtepomp. Het kan zijn dat deze tijdens
het transport is ingeschakeld.
Vullen en ontluchten
De boiler vullen
1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.
2. Open de vulklep (QM10). Deze klep moet vervolgens
altijd geheel open zijn.
3. Wanneer het water uit de warmtapwaterkraan komt,
is de ketel vol en kan de kraan worden gesloten.
Vullen van het afgiftesysteem
1. Controleer of de afsluiter voor het verwarmingssys-
teem (QM31) open is.
2. Open de ontluchters (QM20), (QM22), (QM23) en
(QM24).
3. Voor F750, roestvrij staal: Controleer of de meegele-
verde flexibele slang is aangesloten tussen aanslui-
ting (QM11) en aansluiting (QM13). Sluit de slang
aan als dat niet het geval is.
4. Voor F750, roestvrij staal: Open de vulkleppen
(QM11),(QM13). Het verwarmingsgedeelte en de
rest van het afgiftesysteem worden met water ge-
vuld.
Voor F750, koper: Open de vulklep (QM11). Het
verwarmingsgedeelte en de rest van het afgiftesys-
teem worden met water gevuld.
5. Wanneer het water dat de ontluchters (QM20),
(QM22), (QM23) en (QM24) verlaat niet langer met
lucht is vermengd, sluit u de ontluchters. Na een
tijdje begint de druk op de drukmeter BP5 te stijgen.
Als de druk 2,5 bar (0,25 MPa) bereikt, begint het
overstortventiel (FL2) water door te laten. Sluit de
vulklep (QM11).
6. Verlaag de boilerdruk naar het normale werkbereik
(ca. 1 bar) door de ontluchters (QM20), (QM22),
(QM23) en (QM24) of het overstortventiel (FL2) te
openen.
7. Controleer of er water in de overstortkom (WM1)
staat.
8. Start de warmtepomp en laat deze draaien in zowel
de verwarmings- als de warmtapwatermodus.
9. Ontlucht het afgiftesysteem (zie paragraaf "Ontluch-
ten van het klimaatsysteem").
Indien de overstortkom moet worden bijgevuld:
1. Draai het overstortventiel voor warmtapwater (FL1)
voorzichtig linksom.
32
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
Ontluchten van het klimaatsysteem
1. Zet de schakelaar (SF1) in
seconden.
2. Schakel de voeding naar de warmtepomp uit.
3. Ontlucht de warmtepomp via de ontluchters
(QM20), (QM22), (QM23), (QM24) en de rest van het
afgiftesysteem via de bijbehorende ontluchters.
4. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-
derd en de druk klopt.
Voorzichtig!
De ontluchtingsslangen van de tank moeten
worden afgetapt, voordat kan worden ontlucht.
Dit betekent dat het systeem ondanks de water-
stroom bij het openen van de ontluchters
(QM20), (QM22), (QM23), (QM24) niet noodza-
kelijkerwijs is ontlucht.
F750, koper
QM10
QM11
FL2
QM31
QM23
QM20
F750, roestvrij staal
QM10
QM11
FL2
QM31
QM13
QM23
QM20
modus en wacht ca. 30
QM24
FL1
SF1
F750
FD1
BP5
WM1
QM22
LEK
QM24
FL1
SF1
F750
FD1
BP5
WM1
QM22
LEK
NIBE F750
Advertenties
Inhoudsopgave
