9 Service
Voorzichtig!
Service en onderhoud mogen uitsluitend door
ter zake kundig personeel worden verricht.
Gebruik bij het vervangen van onderdelen van
de F750 uitsluitend vervangende onderdelen
van NIBE.
Onderhoud
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke onder-
houdsacties.
De overstortkom en afvoer in de vloer
reinigen.
Controleer de overstortkom en vloerafvoeren regelmatig
op verstoppingen; er moet ongehinderd water doorheen
kunnen stromen. Indien nodig schoonmaken.
Voorzichtig!
Als de overstortkom of vloerafvoer is geblok-
keerd, kan er water overstromen op de vloer
van opstellingsruimte. Om schade aan het ge-
bouw te voorkomen, moet er rekening worden
gehouden met de vloercoating. Een waterdichte
vloer of vloermembraan wordt aanbevolen.
Servicehandelingen
Noodstand
De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en
in samenhang met service.
De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar
(SF1) in te stellen op stand "
de:
De statuslamp brandt geel.
■
Het display brandt niet en de regelcomputer is niet
■
aangesloten.
De temperatuur bij het elektrisch verwarmingselement
■
wordt geregeld door de thermostaat (FD1-BT30). Deze
kan worden ingesteld op 35 of 45 °C.
De compressor wordt uitgeschakeld en alleen de ven-
■
tilator, de circulatiepomp van het verwarmingssysteem
2 en de elektrische bijverwarming zijn actief. In de
noodstand wordt het vermogen van de elektrische
bijverwarming ingesteld op de printplaat van het
elektrische verwarmingselement (AA1). Zie pagina 26
voor instructies.
De boiler aftappen
De ketel kan worden afgetapt via het overstortventiel
(FL1) of via de overstortkom (WM1).
1. Neem de overstortleiding los van het overstortventiel
(FL1) en sluit een slang aan op de afvoerpomp. In-
dien er geen afvoerpomp aanwezig is, kunt u het
water in de overstortkom (WM1) laten stromen.
2. Open het overstortventiel (FL1).
48
Hoofdstuk 9 |
Service
". Dit betekent het volgen-
3. Open een warmwaterkraan om lucht in het systeem
te trekken. Als dit niet helpt, sluit u de leidingaanslui-
ting (XL4) op de warmtapwaterzijde af en contro-
leert dat er lucht binnenstroomt.
Aftappen van het afgiftesysteem
U kunt het beste eerst het systeem aftappen als u onder-
houd aan het klimaatsysteem wilt verrichten.
Voorzichtig!
Er kan wat warmtapwater uitkomen bij het af-
tappen van het verwarmingssysteem/afgiftesys-
teem. Gevaar voor brandwonden.
Het warme water kan worden afgetapt via het overstort-
ventiel (FL2) via de overstortkom (WM1) of via een slang
die op de uitlaat van het overstortventiel (FL2) of de af-
tapklep (XL10) is aangesloten.
1. Open het overstortventiel (FL2) of de aftapklep
(XL10).
2. Zet de aftappers voor het afgiftesysteem (QM20),
(QM22), (QM23), (QM24) in de open stand voor
luchttoevoer.
Voorzichtig!
De warmtepomp mag na het legen niet aan
vorstgevaar worden blootgesteld, omdat er al-
tijd wat water in de spiraal achterblijft.
Starthulp voor de circulatiepomp (GP1)
1. Schakel F750 uit door de schakelaar ((SF1)) in te
stellen op " ".
2. Verwijder het voorpaneel
3. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) los met een
schroevendraaier. Houd een doek over de kop van
de schroevendraaier, aangezien er wat water naar
buiten kan stromen.
4. Schuif een schroevendraaier in de opening en draai
de pompmotor rond.
5. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) in.
6. Start de F750 door schakelaar (SF1) in te stellen op
" " en controleer of de circulatiepomp werkt.
Het is meestal eenvoudiger om de circulatiepomp te
starten wanneer de F750 in bedrijf is, met schakelaar
(SF1) in stand " ". Indien de starthulp van de circulatie-
pomp moet worden uitgevoerd met de F750 in bedrijf,
moet u er rekening mee houden dat de schroevendraaier
een flinke ruk kan maken als de pomp start.
NIBE F750