Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Technische Kenmerken Rookkanaal; Aansluiting Op Het Rookkanaal - Riello INSIEME EVOe 25 LN Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten

Inhoudsopgave

Advertenties

2.10.1

Technische kenmerken rookkanaal

Het rookkanaal moet aan de volgende eisen voldoen:
− uitgevoerd zijn in rookbestendig materiaal, op lange ter-
mijn bestand tegen mechanische belastingen, hitte, in-
werking van de verbrandingsproducten en de condens
ervan
− een verticaal verloop hebben, zonder vernauwingen,
met een asafwijking van maximaal 45°
− geschikt zijn voor de specifieke bedrijfsvoorwaarden van
het product en voorzien van het CE-keurmerk
− de juiste dimensionering hebben om te voldoen aan de
eisen i.v.m. trek/rookafvoer, zodat het product altijd op-
timaal kan werken
− vanbuiten goed geïsoleerd zijn om te voorkomen dat er
condensvorming optreedt en de rook niet te snel afkoelt
− het rookkanaal moet onderaan voorzien zijn van een
specifiek systeem voor condensafvoer.
9
De diameter van het rookkanaal mag nooit kleiner zijn dan
de diameter van het rookgasafvoerkanaal van de thermi-
sche eenheid.
9
Bij de configuratie B23 moet het rookkanaal op grond van
de geldende Technische Normen voldoen aan de min.on-
derdruk, uitgaande van een drukwaarde van "nul" bij de
afvoer van de rookgassen van de ketel.
2.10.2

Aansluiting op het rookkanaal

Voor aansluiting op het rookkanaal is het gebruik van starre,
afgedichte en geïsoleerde leidingen verplicht, die bestand zijn
tegen hoge temperaturen, condens en mechanische belasting.
Gebruik hiervoor geschikt materiaal, bijvoorbeeld roestvrij staal.
Het subhorizontale gedeelte moet minimaal 5° naar de ver-
warmingsketel hellen en dient goed geïsoleerd te zijn. Bij lange
subhorizontale delen (L>1 m) moet een systeem voor condens-
afvoer worden voorzien voordat de leiding de verwarmingsketel
binnengaat (zie afbeelding), zodat de condens die zich mogelijk
in dit deel van de leiding heeft gevormd afgevoerd wordt.
De sectie van de afvoerleiding moet groter zijn dan de aan-
sluitsectie van de afvoerleiding van het toestel. Gebruik voor
richtingveranderingen een T-koppeling met inspectiedop, zodat
de leidingen regelmatig goed schoongemaakt kunnen worden.
Controleer na de reiniging altijd of de inspectiedoppen herme-
tisch gesloten worden en de pakking niet beschadigd is.
9
De afvoerleiding moet minstens 500 mm verwijderd zijn van
brandbare of hittegevoelige bouwelementen.
9
De afdichtingen van de koppelingen moeten zijn uitgevoerd
in materiaal dat bestand is tegen condenszuur en de hoge
temperaturen van de rookgassen van het toestel.
9
Let erop dat de leidingen correct geplaatst worden en houd
rekening met de rookrichting en mogelijke condensneer-
slag.
9
Ongeschikte of slecht gedimensioneerde rookkanalen en
afvoerleidingen kunnen geluidshinder tijdens de verbran-
ding veroorzaken, condensatieproblemen teweegbrengen
en de verbrandingsparameters negatief beïnvloeden.
9
Niet-geïsoleerde afvoerleidingen zijn een bron van gevaar.
CONFIGURATIE THERMISCHE EENHEID TYPE B "OPEN"
Het apparaat wordt standaard geleverd in de type B configu-
ratie, die vervolgens wordt opgesteld om lucht rechtstreeks in
de installatieruimte te zuigen via de ventilatieopeningen die in
overeenkomst met de Technische Voorschriften moeten worden
verwezenlijkt.
Kan type C worden met gebruik van de specifieke accessoires. In
deze configuratie zuigt het apparaat de lucht rechtstreeks vanaf
buiten af met de mogelijkheid van coaxiale of gesplitste leidin-
gen.
Beschrijving
L
MAX
(*) Deze lengte wordt verminderd met 1 meter voor elke bocht
van 90° en 0,5 meter voor elke bocht van 45°.
CONFIGURATIE VERWARMINGSKETEL "LUCHTDICHTE" TYPE C
Wanneer de verbrandingslucht van buiten afkomstig is, is het
toestel van het "luchtdichte" type C en hoeft de ruimte van in-
stallatie niet over ventilatie-openingen te beschikken.
Gesplitste kanalen (Ø 80 Lucht / Ø 80 Rook)
Voor deze configuraties moet het transformatie-accessoire type
C worden geïnstalleerd (volg voor installatie de instructies die bij
het accessoire zijn geleverd).
De gesplitste leidingen kunnen worden georiënteerd in de rich-
ting die het beste geschikt is voor de ruimte, met inachtneming
van de aangegeven maximale lengte.
T
G
L
A
Transformatie-accessoire type C
C
Condensafvoersysteem (niet meegeleverd)
G
Veiligheidsrooster (niet meegeleverd)
T
Eindstuk
L
Max. rechtlijnige lengte
(deze lengte bedraagt 1 meter minder voor iedere
bocht van 90° en 0,5 meter voor iedere elleboog van
45°)
Beschrijving
L
Afvoer rookgas en
MAX
aanzuiging verbrandings-
lucht
L
Luchtaanzuiging
MAX
(*) Deze lengte wordt verminderd met 1 meter voor elke bocht
van 90° en 0,5 meter voor elke bocht van 45°.
23
INSTALLATIE
INSIEME EVOe 25 LN
20 (*)
1 m
L
C
A
INSIEME EVOe 25 LN
20 (*)
10 (*)
m
m
m

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave