Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello INSIEME EVOe 25 LN Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten pagina 37

Inhoudsopgave

Advertenties

Par.
Menu
Beschrijving
Nr.
Minimum setpoint verwarming Zone 2 op de basis
buitentemperatuur (Par. 2222)
2000
2221
Stel het setpoint minimale verwarming in wanneer
de buitentemperatuur gelijk is aan de waarde inge-
steld in parameter 2222 (basis buitentemperatuur).
Basis buitentemperatuur Zone 2
Stelt de buitentemperatuur in waarop het setpoint
2000
2222
van de ketel moet worden verlaagd op basis van de
waarde die is gedefinieerd in de parameter 2221.
Omschakeling zomer/winter Zone 2
2000
2225
Blokkeert de verwarmingsaanvraag als de buiten-
temperatuur hoger is dan de setpoint temperatuur.
Parallelle verplaatsing van de klimaatcurve Directe
2000
2230
zone/Zone 1
2000
2231
Compensatie temperatuur mild klimaat Zone 2
Nominale waarde omgevingstemperatuur Zone 2
Door een OpenTherm (OT) ruimtethermostaat aan
2000
2232
te sluiten op het accessoire voor de regeling van de
zone, wordt deze parameter niet gebruikt.
Nachtelijke verlaging setpoint Zona 2 in verwar-
mingsmodus (Par. 2001= 2 of 3)
Bepaalt met hoeveel graden het setpoint van de
verwarming verlaagd moet worden bij het openen
2000
2233
van het contact van de omgevingsthermostaat (TA)
De verlaging van de aanvoertemperatuur is van
invloed op alle actieve verwarmingszones en om
te worden gebruikt, moet elke zoneregelaar de RT-
klem overbrugd hebben.
Compensatiefactor van de buitentemperatuur Zone
2000
2234
2
2000
2235
Sluitingstijd mengklep Zone 2
2000
2236
PID P mengklep Zone 2
2000
2237
PID I mengklep Zone 2
2000
2238
Tijdsduur werking klep Zone 2
Verhoging setpoint Zone 2
Verhoogt de waarde van het setpoint van de
verwarmingszone. Bijvoorbeeld, als het setpoint
van de zone 40°C bedraagt, wordt het verzoek tot
2000
2239
warmte dat naar de verwarmingsketel verzonden
wordt verhoogd met 5°C (fabrieksinstelling). Bijge-
volg bedraagt de waarde voor de verwarmingsketel
45°C. Alleen geldig voor gemengde zone.
2000
2240
Postcirculatietijd circulatiepomp Zone 2
2000
2241
Beveiliging tegen overtemperatuur aanvoer Zone 2
2000
2242
Controletijd overtemperatuur Zone 2
2000
2243
Wachttijd overtemperatuur Zone 2
2000
2244
Hersteltijd systeem Zone 2
Gebruik accessoire voor de regeling van Zone 2
0 = Nee
1 = Ja
Als de accessoire voor de regeling van Zone 2 wordt
3000
3200
gebruikt, zijn de RT- en OT-ingangen niet inge-
schakeld. De RT-ingang wordt alleen gebruikt om
nachtverlaging op alle actieve zones te activeren
(Par. 2001= 2 en 3)
Modus Zone 2
3000
3201
0 = direct
1 = gemengd
Setpoint verwarming Zona 3 in verwarmingsmodus
0 en 3
De regeling van de thermische eenheid bepaalt het
setpoint van de ketel bij verwarming door de hoog-
2000
2303
ste waarde onder de verzoeken van alle actieve
zones te gebruiken (Par. 1101, 1201, 1301)
Als Zone 3 als gemengd geconfigureerd is, wordt
als setpoint de waarde gebruikt die ingesteld is in
parameter 1312.
BT: (20, Par. 2219)
AT: (Par. 2023, Par.
-10...10
Instelling verwarming Zone 3
BT: (Par. 2321, 45)
AT: (Par. 2321, Par.
37
Fabrieksinstelling
Bereik
INSIEME EVOe 25 LN
30 (AT)
2219)
20 (BT)
5...30
20
0...35
20
0
0...20
0
5...35
20
0...10
4
0...100
50
0...240
140
0...99
5
0...99
10
0...255
2
0...20
5
0...240
30
0...100
55
0...240
0
0...240
2
0...240
2
0...1
0
0...1
0
70 (AT)
45 (BT)
2024)
INSTALLATIE
Toe-
UM
gang
°C
I
°C
I
°C
I
°C
U
°C
I
°C
I
°C
I
%
I
Sec.
I
I
I
Sec.
I
x 10
°C
I
Sec.
I
°C
I
Min.
I
Min.
I
Min.
I
I
I
°C
U

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave