Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Schakelaarinstellingen; Elektrische Lekbeveiliging; Wanneer Modbus En Afstandsschakelaar Optioneel Zijn - Kaysun COMPAK KHP 20/300 ACS2 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.3 Elektrische aansluiting

ATTENTIE
• De voeding moet een onafhankelijk circuit
zijn met een nominale spanning.
• Het voedingscircuit moet goed geaard zijn.
• De bedrading moet worden uitgevoerd door
professionele technici in overeenstemming
met de nationale regelgeving inzake bedra-
ding en dit schakelschema.
• Een alpolige scheidingsschakelaar met een
scheidingsafstand van ten minste 3 mm in
alle polen en een aardlekschakelaar (RCD)
met een nominale stroomsterkte van niet
meer dan 10mA moeten worden opgeno-
men in de vaste bedrading volgens de natio-
nale voorschriften.
• Stel de elektrische lekbeveiliging in volgens
de relevante elektrische normen van de staat.
• Het netsnoer en het signaalsnoer moeten
netjes en op de juiste manier worden aange-
legd, zonder dat ze elkaar in de weg liggen
of in contact komen met de verbindingspijp
of de klep.
• Controleer na het aansluiten van de bedra-
ding nogmaals of alles correct is voordat u de
stroom inschakelt.

3.3.1 Specificaties van de voeding

Naam model
Voeding
Min. diameter van
voedingskabel (mm
)
S
u
p
p
y l
C
o
d r
(
m
m
2
)
2
Aardingskabel (mm
h
o
d r
(
m
m
2
)
)
2
Handschakelaar (A) Capaciteit/zekering (A)
Stroomonderbreker
• Kies het netsnoer aan de hand van de bovenstaande tabel. Het
moet voldoen aan de plaatselijke elektrische norm.
• Het aanbevolen model netsnoer is H05RN-F.
WAARSCHUWING
Het apparaat moet worden geïnstalleerd met
een stroomonderbreker in de buurt van de
voeding en moet effectief worden geaard.
Tabel 3-2
COMPAK KHP 20/300 ACS2
220-240V〜50Hz
4
4
40/30
30 mA ≤ 0.1sec

3.3.2 Schakelaarinstellingen

Kies het model door S1 op het moederbord te kiezen.
S1
12

3.3.3 Elektrische lekbeveiliging

Creepagebeveiliging
L
N
GND

3.3.4 Wanneer Modbus en afstandsschakelaar optioneel zijn:

1. Nadat de zwakstroomaansluitkabelgroep is ingevoerd, moet het
uitgaande deel samen met de stroomkabel in de persklem worden
vastgezet. Zie afb. 3-13.
2. De contrastekker moet aan de bovenkant worden aangebracht om
te voorkomen dat deze nat wordt door het condensaat in de
afvoerbak.
3. Leid de zwakstroomkabels en de voedingskabel door de twee
gaten in het deksel van de aansluitdoos. Zie afb. 3-14
4. Voor MODBUS- en afstandsschakelaarfuncties moeten aansluit-
draden worden aangeschaft. De lengte van elke draad is 6 m.
Selecteer en koop het overeenkomstige aantal draden dat nodig is.
Afb.3-13
10
ON
34
Afb.3-11
Stroomkabel
Afb.3-14
Afb.3-12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave