Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vóór De Installatie; Uitpakken; Hoe Te Vervoeren; Locatievereisten - Kaysun COMPAK KHP 20/300 ACS2 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2. VÓÓR DE INSTALLATIE

2.1 Uitpakken

2.1.1 Accessoires
Naam accessoire
Hoev.
Eigenaars- en
1
installatiehandleiding
1
Eenwegsklep
1
Adapter
Vaste strook
1
Zwakstroomaansluitka-
1
belset
Vaste strook

2.1.2 Hoe te vervoeren

1. Breng beschermplaten aan op het
contactoppervlak om krassen of vervorming
van het oppervlak van het apparaat te
voorkomen.
De schoepen niet met de vingers en andere
dingen aanraken.
Het apparaat tijdens het verplaatsen niet
meer dan 15° kantelen en het bij de
installatie rechtop houden.
2. Dit apparaat is zwaar en moet door twee of
meer personen gedragen worden, anders
kan het letsel en schade veroorzaken.

2.2 Locatievereisten

1. Er moet voldoende ruimte overblijven voor installatie en onderhoud.
2. De luchtinlaat en -uitlaat moeten vrij zijn van obstakels en beschermd
tegen harde wind.
3. De ondergrond moet vlak zijn, mag niet meer dan 2° hellen, moet het
gewicht van het apparaat kunnen dragen en moet geschikt zijn om het
apparaat te installeren zonder lawaai of trillingen te veroorzaken.
4. Het geluid dat het apparaat voortbrengt en de uitgestoten luchtstroom
mogen niet tot last zijn van buren.
5. Er lekt geen brandbaar gas in de buurt.
6. Het is geschikt voor het aanleggen van leidingen en bedrading.
7. Als het apparaat in een binnenruimte wordt geïnstalleerd, kan de
binnentemperatuur dalen en kan er lawaai ontstaan. Neem hiervoor
preventieve maatregelen.
8. Als het apparaat op een metalen deel van een gebouw geïnstalleerd
moet worden, zorg dan voor een goede elektrische isolatie die voldoet
aan de relevante plaatselijke elektrische norm.
Scherp
Doel
Installatie- en gebruiksaanwij-
zing. Deze handleiding
Voorkomt dat water
terugstroomt
Afvoer condenswater
Voorkomen dat het apparaat
kantelt
Modbus en verlengkabel voor
afstandsbedieningsschakelaar
>75°
Gradiëntlimiet>75°
• Bij het installeren van dit apparaat moet ook
rekening worden gehouden met de omgevings-
Tabel 2-1
temperatuur; in de warmtepompmodus moet de
omgevingstemperatuur hoger zijn dan -7 ºC en
lager dan 43 ºC. Als de omgevingstemperatuur
buiten deze boven- en ondergrenzen valt,
worden de elektrische elementen geactiveerd
om aan de warmwatervraag te voldoen en
werkt de warmtepomp niet.
• Het apparaat moet zich op een plaats bevinden
waar het niet kan vriezen. Als het apparaat zich
in niet-geconditioneerde ruimten (bijv. garages,
kelders, enz.) bevindt, kan het nodig zijn om de
waterleidingen, condensleidingen en afvoerpij-
pen te isoleren tegen bevriezing.
Als u het apparaat op een van de volgende plaat-
sen installeert, kan dit leiden tot storingen (als dit
onvermijdelijk is, neem dan contact op met de
leverancier).
• De locatie bevat minerale oliën zoals smeermid-
del voor snijmachines.
• Aan zee waar de lucht veel zout bevat.
• Gebied met hete bronnen waar corrosieve
gassen voorkomen, bijv. sulfidegas.
• Fabrieken waar de netspanning ernstig
fluctueert.
• In een auto of cabine.
• Een plaats met direct zonlicht en andere
warmtebronnen. Als er geen manier is om deze
locatie te vermijden, installeer dan een
afdekking.
• Plaats zoals een keuken waar olie doordringt.
• Plaats waar sterke elektromagnetische golven
voorkomen.
• Plaats waar brandbare gassen of materialen
aanwezig zijn.
• Plaats waar zure of alkalische gassen
verdampen.
• Andere speciale omgevingen.
3
ATTENTIE

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave