6 Installatie vullen en ontluchten
6.2.2
Buitenste deel van het brijncircuit vullen en
ontluchten
C
D
33
66
33
Vuilfilter
42a
Veiligheidsklep
48
Manometer
56
Warmtepompbrijnvulsta-
tion
61
Afsluitklep
62
Afsluitklep
63
Afsluitklep
64
Afsluitklep
65
Brijnopvangbak
66
Brijnreservoir
67
Vulpomp
70
Afsluitklep
1.
Monteer de vuilfilter (33) in de drukleiding.
2.
Sluit de drukleiding van de vulpomp (67) op de afsluit-
klep (70) aan.
3.
Sluit de afsluitkleppen (63) en (64).
4.
Sluit een in de brijnvloeistof mondende slang aan het
afsluitventiel (61) aan.
5.
Open de afsluitkleppen (61) en (70).
6.
Vul de brijnvloeistof met behulp van de vulpomp uit het
brijnreservoir (66) in het brijncircuit.
7.
Laat de vulpomp minstens 10 minuten lopen om een
voldoende vulling en spoeling te bereiken, en tot uit
de slang aan de afsluitklep (61) brijnvloeistof zonder
toevoeging van lucht stroomt.
8.
Sluit de afsluitklep (70).
9.
Schakel de vulpomp uit en sluit de afsluitklep (61).
10. Verwijder de slangen van de afsluitkleppen (61) en
(70).
11. Laat de afsluitkleppen (63) en (64) gesloten.
20
71
42a
KP
62
61
63
A
64
48
B
70
72
56
67
71
Brijn-membraanexpan-
sievat
72
Afsluitklep
A
Van warmtebron naar
de warmtepomp (brijn
warm)
B
Van warmtepomp naar
de warmtebron (brijn
koud)
C
Van warmtebron naar
de warmtepomp (brijn
warm)
D
Van warmtepomp naar
de warmtebron (brijn
koud)
KP
Brijncircuitpomp
65
Installatie- en onderhoudshandleiding Warmtepomp 0020202611_00